Opereren vanaf Valkenburg en Hato 29 De Lockheed SP-2H Neptune "203/H" tijdens zijn laatste vlucht. Na het "staakt het vuren" en de overdracht van Nederlands Nieuw Guinea aan de Verenigde Naties op 1 oktober 1962, worden de Neptunes teruggevlo gen naar Nederland. Dit geschiedt via de oude Indië- route van de KLM. Vanaf Biak worden de volgende stopplaatsen aangedaan: Saigon - Colombo - Karachi - Basrah - Athene en tenslotte Valkenburg, de thuisha ven. De laatste twee Neptunes verlaten op 20 oktober 1962 het marinevliegkamp Boroekoe, dat op 15 okto ber officieel uit dienst wordt gesteld. Na terugkeer in Nederland worden de Neptunes inge deeld bij het 320-squadron en volgt een periode van aanpassen aan het Europese klimaat en voorberei ding voor de nieuwe taak, t.w. onderzeebootbestrij- ding. Voor dit doel worden de Neptunes omgebouwd en voorzien van moderne electronica Zo wordt ook de P2V-7B "203" omgebouwd naar SP-2H "203". Vanaf begin 1964 neemt het vliegtuig deel aan oefe ningen binnen het gehele NATO-gebied met als belangrijkste plaatsen St Mawgan - Kinloss - Nimes- Garons - Lahn Bihoue. Later nog uitgebreid met regelmatige plaatsingen op ICeflafik, IJsland. Na 10 jaar komt er een uitbreiding in het patrouil le gebied van de Neptune. Vanaf 01-08-74 worden 3 Neptunes gestationeerd op Curasao in de Neder landse Antillen ter vervanging van de Grumman Trackers van VSQ.1. Alle vliegtuigen worden bij toerbeurt voor 5 maan den met bemanning gestationeerd op Hato Airport en voeren in hoofdzaak verkenningsvluchten uit. Een zeer belangrijke tweede taak is het OSRD-vlie- gen, waarbij een gebied wordt bestreken ter grootte van het ATC gebied van Curasao. Het Detachement MLD vormt hier het "Rescue Coordination Centre", dat in het Caraibisch gebied is ingedeeld bij het RCC San Juan, Porto Rico. Tezamen met de aldaar gesta tioneerde US Coast Guard zijn diverse opsporing- en reddingsvluchten gemaakt. Behalve het zoeken naar schepen in nood en vermiste vissers, zijn ook veel vluchten uitgevoerd naar verdwenen vaartuigen, de smokkelaars van verdovende middelen. Ook zijn diverse vluchten uitgevoerd t.b.v. het ziekenhuis. Het transport van couveuse babies vanaf St Maarten en gewonden-transport vanaf Bonaire. Om de geoefendheid op peil te houden worden er oefeningen gedaan met passerende buitenlandse schepen en het eigen stationschip. Ook staan oefe ningen met de mariniers in het programma, waarbij de Neptunes o.a. voor luchtsteun moeten zorgen bij een landingsoefening. De aanvraag voor "Close sup port" wordt dan soms letterlijk uitgevoerd, waardoor de landingsboten hinder ondervinden van de slip stream van het vliegtuig en de palmen op het strand geroosterd worden door de uitlaatgassen van de straalmotoren. Het transport van mariniers naar Aruba en St Maarten is ook een regelmatig terugke rend gebeuren, tezamen met de logistieke "C-A-C vluchten". Veel vliegen - hard werken - veel lachen en af en toe een traan bij het vertrek naar Nederland. Met het verstrijken van de jaren wordt de ouderdom van de Neptune merkbaar. Het vraagt steeds meer onderhoud en om die reden wordt het aantal op Curasao teruggebracht naar 2 toestellen. Het einde van dit prachtige toestel nadert en reeds is gekozen voor een opvolger. In Nederland wordt de Neptune vervangen door de P- 3C Orion, terwijl voor het beperkte takenpakket in de Nederlandse Antillen de keuze valt op de Fokker F-27 Maritime. Op 29-10-81 vertrekt de SP-2H "203" voor de laatste vlucht naar Curasao via de zuidelijke route. Via Lajes

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2003 | | pagina 28