10 Als de Wapenstilstand in Europa wordt gesloten, heeft de LVA voor haar 32 vliegers ten minste drie toestellen per persoon tot haar beschikking. Dat duurt niet lang: veel geïnterneerde toestellen wor den teruggeven aan de oorspronkelijke eigenaren, die de toestellen over het algemeen direct vernieti gen. De meeste Duitse toestellen worden opgeslagen, waarna ze na enkele jaren voor schroot worden ver kocht. In deze periode ziet ook een eigen LVA-ontwerp het licht: door Ir Vreeburg wordt op basis van de romp van een Sopwith IK Strutter, een bommenwerper ontwikkeld. De Vreeburg A2M is een tweemotorig toestel, maar is niet succesvol. Het toestel wordt in 1919 op de ELTA (Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam) aan het publiek getoond. Direct na de ineenstorting van het Duitse keizerrijk vindt Fokker het verstandig om zijn oude vaderland weer eens op te zoeken. Tegelijkertijd neemt hij een omvangrijke hoeveelheid bagage mee: enkele treinla dingen vliegtuigen, waaronder het type Fokker D.VII en D.VIII en een enkele pas ontwikkelde O, plus een groot aantal onderdelen. Op dat moment is aan Trompenburg de opdracht voor de bouw van 72 jagervliegtuigen van het type Spijker V.3 en 112 verkenners van het type Spijker V.4 verstrekt. Daar de ontwerpen van Trompenburg zouden wor den voorzien van een rotatiemotor, zijn deze dus allesbehalve modern. Dat besef dringt ook bij Trompenburg door en na onderhandelen met Fokker en de Staat der Nederlanden, kan Fokker het con tract tot levering van jagers en verkenners overne men. Hierdoor wordt de LVA opgestuwd in de vaart der Boven: de Caudron G.IV C.427, werd in Frankrijk gekocht en bereikte na omzwervingen ons land. Weliswaar op dat moment verouderd werd er nog wel mee gevlogen. Midden: veertig TFumpler C.VIII toestellen werden gekocht voor enkele duizenden paarden. De LVA heeft er niet erg gelukkig mee gevlogen. Onderde chef van de technische dienst Ir Vreeburg ontwierp en bouwde een tweemotorige bommenwerper, die echter geen succes was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2003 | | pagina 9