hem, op de vleugel staande, assisteren. "Als ik hier
nu blijf staan, staat het record straks op mijn naam",
zegt één van hen, die een halve meter boven het toe
stel uitsteekt. Effe noteren, human interest!
En dan start Flinterman. In de Y9-7. Dat gaat maar
langzaam, stellen de toeschouwers vast. Ik herinner
de me dat ik de squadroncommandant ooit had
horen zeggen - vele jaren later zou hij het voor de
televisie herhalen -: "Wanneer je met een Spitfire op
de startbaan stond, had je het gevoel dat 'ie op het
punt stond om weg te springen. Zo werkt dat met
een zuigermotor. Maar wanneer je de remmen van
een Meteor losgooide, kwam het toestel maar heel
langzaam op gang. Daarna ging je al maar sneller.
Dat ging maar door! Keek je uit het raampje, dan ver
baasde je je erover datje al zo'n eind weg was." Maar
destijds schreef ik dat Flinterman "als een kanonsko
gel in het luchtruim verdween". Tja, een recordpo
ging diende toch wel een béétje een sensatie te zijn.
Pas tien minuten na de start wordt er vanaf de toren
radiocontact gemaakt. De journalisten luisteren mee.
"Een bijna onverstaanbare stem deelt in het Engels
mee op een hoogte van 35.000 voet te zitten. Om
18.27 is het 'angels forty': 40.000 voet. Een tijdlang
hoort men dan niets meer. Echter, om 18.43 is er
weer contact. Een eerste luitenant houdt z'n oor
dicht tegen de luidspreker aan en vangt op: 47.500
feet. Om 18.51 is het: "Down till 46.000 feet. Trying
again". Eindje rechtuit vliegen voor aanloopje, spron
getje maken, opnieuw een aanloopje. Weer drie
minuten later deelt Flinterman mee dat hij in de
buurt van Terschelling/Ameland zit. Hij kan vandaar
tot voorbij IJmuiden zien. Volgens eigen waarneming
zit hij op 47.800 voet. Maar hij heeft niet meer dan
40 gallons brandstof over en ziet zich genoodzaakt
de basis weer op te zoeken.
Achteraf fotograferen a.u.b.
Als de Y 9-7 weer op het platform staat, wordt het toestel
omringd door officials, journalisten, cameralieden en foto
grafen. De visuele pers mag eerst dan filmen of fotograferen.
Ik vraag me af wat dit te betekenen heeft. Gelovig opgevoed
groentje als ik ben, heb ik geen idee, maar een oudere colle
ga helpt me uit de droom. "Dat is vliegersbijgeloof; een foto
vóór een vlucht kan ongeluk brengen." En zo verscheen de
volgende dag in de dagbladen een foto van de majoor-vlieger
terwijl hij in de cockpit plaatsneemt om z'n historische
vlucht te gaan maken. Puur fake; hij was inmiddels terug
van-weggeweest.
Wanneer Flinterman door journalisten wordt
belaagd, is hij - schreef ik destijds - "één en al gewil
ligheid om vragen te beantwoorden". Maar veel
nieuws krijgen we niet van hem te horen. "Eigenlijk
valt er niets te vertellen", begint hij. "Het is precies
zo gegaan als we gedacht hadden. Niets bijzonders.
Alles functioneerde best. Toen ik naar beneden
kwam, kreeg ik een beetje last van ijsvorming." Op
een kaart wijst hij de route aan die hij heeft gevlo
gen en zegt vervolgens: "Het belangrijkste is dat we
door dergelijke pogingen weten wat we met de toe
stellen kunnen doen. Maar - en dan geeft de goede
man er blijk van niet veel van journalistiek te begrij
pen - "doet u me een plezier en schrijft u het meeste
over de Luchtstrijdkrachten. We kunnen nog genoeg
jonge kerels gebruiken die dit werk kunnen doen.
Jachtvlieger is het mooiste wat je in de luchtvaart
kunt worden, wantje bent vrij om te doen watje
wilt." O, ja? Reclame voor de LSK: je leest het ook in
"Het paard" (pag. 83). "Proeven als deze hebben ook
uit een oogpunt van propaganda waarde: vooral bij
de jonge generatie wordt hierdoor belangstelling
gekweekt voor de straaljager: tot dusverre bestaat er
bij de jonge vliegers onvoldoende animo voor plaat
sing bij de Meteor-squadrons." Piloten die liever geen
jets vliegen! Het is inderdaad lang geleden.
Naar Ameland
Flinterman en Wansink, ja het hele squadron, lust
ten er wel pap van. Veertien dagen later zullen ze
ook het snelheidsrecord op naam van J.L. Flinterman
zetten. Langs de vloedlijn van Ameland is een baan
uitgezet van één kilometer, met een aan- en uitloop
sector van ook een kilometer elk. Aan beide kanten
van de kilometer waarop de topsnelheid moet wor
den bereikt, staan een soort infrarode ogen die aan
chronometers gekoppeld zijn en de tijd tot op een
tienduizendste seconde nauwkeurig kunnen meten.
Op de morgen van de 27ste augustus 1949 vlieg ik
met enkele collega's in een De Havilland Dominie
naar Ameland. (Voordat een dochter van de vliegba
siscommandant, kolonel B.J. Fiedeldij, als passagier
bij een ongeluk met een Auster om het leven kwam,
was meevliegen voor journalisten geen enkel pro
bleem. Daarna werd het veel moeilijker.)
Opnieuw is het: wachten en nog eens wachten. Het
zit tegen. In de eenentwintig kilometer lange kabels
ten behoeve van de meetapparatuur worden lekken
geconstateerd en het kost tijd die te dichten. "Terwijl
in Leeuwarden majoor Flinterman en luitenant
Wansink zich zaten te verbijten, vorderde de tijd en
17