P De duinen van Ameland, waar het zich afspeelde begon het weer te verslechteren. Op de Amelander duinen zag men de kim langzaam vervagen", schreef ik destijds. Om vijf voor vijf werd de recordvlucht afgelast en naar de zondag verschoven. Dank zij de aanwezigheid van de "Dominee" kunnen de journa listen de nacht in Leeuwarden doorbrengen. Op Ameland zitten alle hotels vol. En daarbij gebeurt er iets merkwaardigs. Als we zullen instappen, zegt de fotograaf van de Leeuwarder Courant, Peter Boonstra: "Blijf even staan, dan maak ik een plaatje van jullie. Als herinnering." Waarop ik: "Peter, doe dat niet. Bij de Luchtmacht geloven ze dat er van het fotograferen vóór een vlucht ongelukken komen." Uiteraard gaf hij aan m'n quasi-waarschuwing geen gehoor. En wat gebeurt er? Het toestel komt niet van de grond en aan de overzijde van het veld donderen we tegen een omheining op. Tijdens rond leidingen voor vrouwenverenigingen - die je natuurlijk luch tig en persoonlijk moet houden - heb ik, staande bij de De Havilland Dominie DH-89B "Gelderland", het verhaal nog wel eens verteld. "We zaten natuurlijk goed in de riemen, zodat er niets ernstigs gebeurde, maar de schrik zat er toch wel zo in dat het zeker een minuut of tien duurde voordat ik zei: "Peter, Peter, ik had je toch gewaarschuwd?" (Vervolgens werden we achtereenvolgens met een Auster naar Leeuwarden overgevlogen.) ANP: dankuwel Intussen plaatste de verschuiving naar de zondag mij voor een probleem. Voor het streng christelijke Friesch Dagblad bestond er geen zondagsport en er moest op de sabbat al een oorlog zijn uitgebroken of een zeer ernstig ongeluk zijn gebeurd, wilde het de maandagkrant halen. Een telefoontje vanaf Ameland naar chef-redacteur Piter Wybenga bracht uitsluitsel. Ik had het verwacht: "Dêr giest snein fansels net hinne. Wy sjogge moandeitemoarn wol Qirder." ("Daar ga je zondag natuurlijk niet naar toe. Wij zien maandagmorgen wel verder.") En zo zit ik op de Dag des Heren braaf in de kerk, onder het gehoor van mijn vader. Maar m'n gedachten zijn meer bij Flinterman en Wansink dan bij Petrus en Paulus! "En wat doen we nu?", vraag ik m'n chef's maan dags op de redactie. "Skriuw mar in lyts stikje oer de tarieding op sneon en dan jowst it mar oan my. Der sil ek wol wat op de teleks stean." ("Schrijf maar een klein stukje over de voorbereidingen op zaterdag en dan geef je het maar aan mij. Er zal ook wel wat op de telex staan.") En zo schreef ik een kort, onbenullig stukje, gaf het aan mijn chef, die vervolgens achter de schrijfmachine kroop en tikte: "Naar het A.N.P. meldt, heeft de majoor de snelheidsproef gisteren om ongeveer drie uur afgelegd. Volgens de tijdme ting met de foto-electrische cellen, werd een snelheid van 955 gehaald. De officiële snelheid is echter nog niet bekend, daar deze geregistreerd is met een film die eerst nog ontwikkeld moet worden." (De officiële tijd werd 953,1 km/u. v.d.M.) Voor elke goede lezer van het Friesch Dagblad was het nu zonneklaar: dit bericht was van het ANP. Er was zondag geen verslag gever van 'üs krante' bij geweest. Die verkeerde die dag natuurlijk onder de bediening van het Woord. Want zo hoort het. En zo ontstond het gekste stukje dat van mij in een ruim veertigjarige journalistieke loopbaan is gepubliceerd. Over hypocrisie gesproken! Geen toestemming Maar hoe zat het nu precies met die verschuiving naar de zondag? In mijn stukje staat te lezen dat de com mandant van de Luchtstrijdkrachten, generaal Giebel, daarvoor toestemming had gegeven. Dat had men de pers dus wijsgemaakt. Want in "Het paard van Phaëthon" lees ik van de hand van (wijlen) Jan L. Flinterman: "Problemen kwamen pas na de vlucht. Wij hadden immers op zondag gevlogen! Op maandag stond ik dus al bij de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten op het matje omdat ik niemand wat gevraagd en gezegd had. Tegen mijn mensen had ik gezegd: "Wij zien wel wat ervan komt." Dat ik mijn jasje daar toen even "uitge veegd" kreeg, zal duidelijk zijn." 18 *uyri« vuwTuioirf BlttO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2004 | | pagina 18