LTZ1 W.H. Tetenburg "bestijgt" de voorste stuurkuip van de Fokker C.V Z.15 voor de beproeving van de Tol van Woudenberg". Het mastje is juist zichtbaar in de halfronde uitsnijding van de bovenvleugel (1931). Foto: IMH. uitgerust, o.m. de W.53 en W.60. Ook in Indië werd de "tol van Woudenberg" o.m. op de Fokker T.IV zee bommenwerpers op drijvers en op enkele Dornier Wal vliegboten geïnstalleerd. De Vliegdienst van het Marinevliegkamp Morokrembangan was duidelijk tevreden over de bereikte resultaten met deze tol. Om die reden werd ten sterkste de aanschaf van deze onmisbare instrumenten voor alle in Indië aanwezi ge marinevliegtuigen geadviseerd. Doordat deze in strumenten snel en goedkoop in de eigen werkplaat sen konden worden aangemaakt, konden de aan schafkosten zeer laag worden gesteld12. De ontwikke lingen van Sperry hebben evenwel verdere introduc tie in marinevliegtuigen voortijdig gestopt. Vermeldenswaard is nog dat ook de KLM begin 1930 sterk geïnteresseerd was in de vinding van Woudenberg. Op instigatie van de Chef Vliegtechnische Dienst en de Chef Technische Dienst beproefden de Indië-vliegers Tepas en Duimelaar de tol korte tijd op een Fokker F.VIII. Een vergelijking met de toen reeds bij de KLM in gebruik zijnde Badin "Controleur de Vol" lag daarbij voor de hand. Beiden waren van oordeel, dat de aanwijzing eenvoudiger en begrijpelijker was dan die van de Badin. Zij wezen tevens op de grotere kwetsbaarheid van het Franse instrument. Indien in het huis of in één der leidin gen een lek zou ontstaan, resulteerde dit hierbij onmiddellijk in een foutaanwijzing. De Woudenberg- tol had daarentegen weer andere nadelen. Die hadden voornamelijk betrekking op de vereiste wer- velingsvrije opstellingsplaats buiten het stromings- gebied van vleugel en/of romp. Die bleek bij de KLM- Fokkers moeilijk te vinden! Verder bood het schoe- penkruis volgens beide heren grote kans defect te raken. b.v. tijdens hevige hagelbuien. Aangezien de Badin in de praktijk goed voldeed, was er naar hun oordeel geen dringende reden een verder vergelij kend onderzoek met de Woudenberg-tol te plegen13. Sperry kwam, zag en overwon Voor zover de financiële middelen het toelieten werd bij de MLD zowel in Indië als ook in Nederland ver der geëxperimenteerd op het nog onbekende terrein van het instrumentvliegen. Grote promotor in Nederland was Luitenant ter zee der le klasse W.H. Tetenburg. Zijn ervaringen tijdens de Holland - Indië vlucht met drie Dornier Wal vliegboten in het voor jaar van 1929 had hem als groepscommandant dui delijk het belang van het blindvliegen voor de mari nevliegers getoond. Eenmaal geplaatst als vliegin- structeur op het marinevliegkamp "de Kooij" werd vooral door zijn toedoen een gefundeerd onderzoek ingesteld naar de praktische mogelijkheden van het instrumentvliegen. De "Tol van Woudenberg" vorm de in eerste instantie hiervoor het uitgangspunt. In augustus 1931 ondernam hij een reeks van proeven met zijn collega LTZ 1 C.A. Weemhoff. toen Chef Waarnemersopleiding op "de Kooij". op de Fokker C.V registratie Z.15. Het toestel was uitgerust met een "Tol van Woudenberg" en voorzien van een blind- 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2004 | | pagina 14