Bel Henk.
afkondiging van maatregelen die ergens in dat
aiarmboek staan. Probeer het volgende nummer van
de lijst. De eerste mensen bellen mij en melden zich
present ergens op het depot: niemand van mijn lijst.
Eindelijk heb ik er een aan de lijn: (slaap?)dronken
antwoordt hij: "Ik kom niet, bel Henk maar".
Kortom, pas na enkele uren komen de diverse cellen
tot leven, begint het depot zijn papieren paraatheids
maatregelen af te werken en begin ik op tempera
tuur te komen.
De Commandant - hij woonde voor die tijd ver
weg - kwam, zag en was meteen witheet. Hij riep
Chefs van Dienst Squadroncommandanten en
Hoofden van Stafbureaus bijeen, liet mij verslag
doen en gaf hen onder uit de zak, in het bijzonder
hen die "oorlogsvoorbereiding" in hun portefeuille
hadden en hen die niet waren komen opdagen. Ik
voelde me wel wat "gebruikt". Gelukkig had ik in de
mess nog even kunnen ontbijten.
Liggen laten
In de loop van de jaren zestig is de NAVO overgegaan
van "Massale Vergelding" op "Aangepast Antwoord".
Dat hield onder meer in dat strijdkrachten moesten
kunnen overleven om dat antwoord te geven. De
oefeningen omvatten dus veel meer gesimuleerde
acties onder gesimuleerde oorlogsomstandigheden
dan voordien. De NAVO hield Tactical Evaluations
van de haar toegewezen eenheden (Survive To
Operate was en is nog een van de aspecten.).
Logistiek was een nationale verantwoordelijkheid en
logistieke eenheden moesten ook kunnen overleven.
De Staf van het CDML onderwierp daarom de depots
aan evaluaties. Eind '68 was er een bij het DVM.
Evenals de overige depots, waren wij voortdurend in
de weer met overleven in vredestijd: concurreren
met elkaar en met de industrie. Proberen te voldoen
aan de vraag van de onderdelen en eisen van Den
Haag, waar de diverse afdelingen techniek, bevoorra
ding en verwerving de logistiek moesten regelen,
taken verdelen en middelen verschaffen.
Op dat moment ging het er om waar te maken wat
we hadden berekend en beweerd, namelijk dat wij
UXB
UXB.
het Groot Onderhoud aan de Alouette III binnen een
bepaalde doorlooptijd en manurenbesteding konden
doen en dat we daarnaast de meeste componenten
tegen bepaalde kosten konden reviseren met een
korte doorlooptijd. We zouden niet onderdoen voor
enkele civiele bedrijven die ook een aanbieding
hadden gedaan.
Een jaar voordien was het definitieve contract voor
de aanschaf van de NF-5 getekend en de eerste
exemplaren zouden medio '69 in Nederland vliegen.
Ervaring had ons geleerd dat er geen tijd te verliezen
was, wilde het depot tijdig over de naar verwachting
vereiste reparatiecapaciteit kunnen beschikken en
daarmee zijn voortbestaan beschermen tegen de
voortdurende dreiging. Het was dus zaak zo snel
mogelijk te bepalen of en zo ja welke grote investe
ringen nodig zouden zijn om een pakket NF-5 com
ponenten toegewezen te kunnen krijgen, vergelijk
baar met het F-104-pakket dat het DVM in de voor
gaande jaren had verworven en behouden.
Ik was Hoofd Bureau Technische Projecten, tevens
waarnemend Hoofd Onderhoud en Reparatie
Vliegtuigen, inmiddels bezig met een voorzet voor
een NE-5-project. De eerste technische documentatie,
benodigd voor de (voorbereiding van) de reparatie
van componenten was juist beschikbaar gekomen.
De Commando-evaluatie van onze overlevingskunst
onder gesimuleerde oorlogsomstandigheden kreeg
22