De Hunter N-107 wordt door de laadboom van de Karei Doorman weer op vaste grond gezet. geen voornamelijk op een verbeterd cockpitkoel systeem neerkwam. Daarop werden de Hunters opgedeeld in de bekende mootjes: motor, staart en de rest. Waarna in mei 1960 het geheel per nacht transport verhuisde naar Rotterdam en aan boord van Hr.Ms. Karei Doorman werd gehesen. Bovendien vonden nog twee Alouette II helikopters en enige grond uitrusting een plaatsje in de twee voor de KLu gereserveerde hangars. De prenatale zorg voor dit 322 materieel mocht ech ter niet vergeten worden. En dus werd een dertiental logistiekelingen aangewezen de reis mee te maken. Erg druk had dit groepje het niet: controleren van de vliegtuigen, nazien van de sjorringen, het geven van enig onderhoud aan de apparatuur en aanvankelijk een heel gezoek waar de in allerlei hoeken en gaten weggestopte gronduitrusting nu eigenlijk uithing. Verder bestonden de bezigheden uit het genieten van de zeereis en het gebruikmaken van de unieke gele genheid de MLD nu eens in haar element bezig te zien. Twee evenementen gedurende de reis verdienen een aparte vermelding. De dag na het vertrek van Mauritius, 1 juli 1960, werd in de hangar tussen de sjorringen getracht de KLu-gevallenen te herdenken, terwijl de broeders van de veel oudere KM onder oor verdovend geraas roest bikten op het vlieggdek. En niet te vergeten de aankomst in Freemantle, waar de Karei Doorman, van sleepboothulp verstoken door politieke agitatie van de Australische vakbonden, op eigen gelegenheid in de niet al te brede havenmond keerde, terwijl de aan dek gestelde Avengers met draaiende motoren voor het vereiste koppel zorgden. Op 6 augustus 1960 arriveert de Karei Doorman aan de kade van Biak. De na ruim negen weken zeedei ning en zelfs storm moegeveerde Hunteronderstellen krijgen het nog eenmaal zwaar te verduren. De kade. waarop zij door de laadboom van de KD gezwaaid worden, bestaat uit grote balken, die lelijk doorveren en rammelen bij het passeren der Hunters. Het Doorman-detachement neemt daarop toch met enige weemoed afscheid van de KD en haar beman ning en wordt gastvrij opgevangen door het KLu- detachement te Biak. Qua legering, voeding, werk plaats- en hangarruimte is het weer de Koninklijke Marine, die een plaatsje opschikt en de gewenste faciliteiten levert. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2004 | | pagina 26