draaide ik mij om en vastbesloten gaf ik de comman dant te kennen dat ik vlieger wilde worden, er nog maals aan toevoegend, dat ik voor dat doel in dienst was gekomen en dat ik uitsluitend in afwachting van deze dag een verbintenis als vliegtuigmaker had aangegaan. De commandant drukte mij hartelijk de hand en wenste mij veel geluk en voorspoed in mijn toekomstige vliegerloopbaan. De Brave Hendrik zou de nodige papieren in orde maken en trots als een pauw verliet ik het bureau. Nog nooit was ik zo gelukkig van dat bureau naar de hangar gewandeld, waar ik maar niet uitgepraat kwam over de beslis sing welke ik moest nemen. Eindelijk was ik dan vlieger geworden, zelf zou ik nu de stuurknuppel vasthouden en niet meer als levende ballast achter iemand zijn rug gaan zitten, om doelloos kwartier tjes bij elkaar te schrapen, alleen maar om die gul dentjes. Ik voelde me zo gelukkig, dat ik iedereen zelfs geheel onbekenden, het grote nieuws wilde gaan vertellen. In 1918 was de Farman HF-22 nog in gebruik als lesvliegtuig De volgende dag reeds moest ik naar Zeist, waar een dokter mij moest onderzoeken, of ik lichamelijk wel geschikt was om vlieger te worden. Denkende dat ik bij die strenge vliegerskeuring wel eens binnenste buiten gekeerd zou kunnen worden, en in ieder geval spiernakend mijn ledematen moest laten bewonderen, heb ik, bij gemis van een badkamer, ruim een half uur zoek gebracht in het ijskoude waslokaal en eenmaal gewend aan dat ijskouwe gedoe was het nog lang niet gek, want ik voelde me veel frisser als met dat warme water in het badhuis in het Kamp van Zeist, waar we iedere week een bad moesten nemen. In Zeist, waar de dokter van het vliegkamp zijn praktijk had, moest ik in de wachtka mer een poosje wachten en of het nou verbeelding van me was of niet, dat weet ik nog niet. maar plot seling voelde ik iets raars in mijn binnenste en ik werd zeer benauwd of ik wel goedgekeurd zou wor den, veronderstel dat die dokter nu werkelijk een afwijking vond, dan was het meteen met mij gedaan. Vol ongeduld zat ik te wachten tot het eindelijk mijn beurt zou worden, maar er waren nog zoveel patiën ten voor mij en de een zag er al beroerder uit dan de andere. Een ervan vroeg belangstellend of ik soms een dagje vrij van dienst wilde hebben en voegde eraan toe, dat het hem zou verbazen als me dat zou lukken, want als de dokter jouw gezonde kop ziet, dan heb je kans, dat hij je zonder meer uit de spreek kamer schopt. Toen ik hem trachtte wijs te maken, dat het juist mijn bedoeling was om zo gauw moge lijk weer de deur uit te komen, schudde hij medelijdend zijn zieke hoofd. Hoe kon die man ook weten dat ik nu juist kerngezond moest zijn. De vier patiënten die nog voor mij waren, bleken niet zo erg ziek als ze eruit zagen, want ze waren nog maar net in de spreekkamer bij de dokter, of ze kwamen er alweer uit met een receptje in de handen. Toen ik bin nen kwam stond de dokter met het recep tenboekje klaar, keek mij van boven tot onderaan en vroeg wat ik mankeerde, waarop ik hem antwoordde dat ik, als ik deze dag wat mankeerde, zeker niet bij hem was gekomen, want ik moet door u gekeurd worden voor vlieger en gelijk overhandigde ik hem de dienstenveloppe met het officiële stuk, waarop alles moest worden vermeld en in het bijzonder of ik geschikt was voor vlieger. De dokter legde vertrouwelijk zijn hand op mijn schouder en vroeg of ik wel eens ernstig ziek was geweest en met een lachend gezicht of ik soms verborgen lichaamsgebreken had. Toen hij mijn polsslag con troleerde, beantwoordde ik zijn vragen op de voor mij gunstigste wijze. Dus jij wilt vlieger worden, vroeg de dokter, terwijl hij met de enveloppe naar zijn schrijftafel liep om kennelijk het officiële stuk naar waarheid in te vul len. Ook aan de dokter vertelde ik toen het hele ver haal van het vlieger worden en dat het mijn liefste 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2004 | | pagina 10