pompen en er werd een algeheel rookverbod afge kondigd. Men heeft toen uitgerekend, dat met deze hoeveelheid brandstof, de vliegduur tot ca 30 uur kan worden verlengd. Echter, er moesten wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan, zoals vlie gen met een hiervoor vastgesteld motor vermogen (z.g. Long Range Setting) en een vlieghoogte van, naar ik meen, beneden de 6000 ft. Berekend werd, dat zo de afstand van ca 6000 km naar Australië zou kunnen worden overbrugd. Voor die tijd was dat een formidabele afstand voor een tweemotorig vliegtuig. Om het gewicht te verminderen, werd de kist gestript van alles wat overbodig was, zoals de bewa pening met de bijbehorende munitie, de radarappa- ratuur enz. Aan boord kwamen extra rantsoenen drinkwater, koffie en voldoende voedsel in blik. Verder was er een kleine kookplaat aanwezig. De bemanning bestond uit twee vliegers - een van hen was de commandant - een navigator, een telegrafist (mijn persoon) en twee meccano's (boordwerktuig kundigen). Als bagage mochten we ieder een plunje- zak meenemen met het hoogstnodige en niet meer dan voor hooguit een verblijf van een week. (Het zijn uiteindelijk drie weken geworden). Op 28 april was het dan zover. Op deze vlucht werd gebruik gemaakt van astronavigatie, zodat het groot ste deel van de vlucht 's nachts plaats vond. Tegen de middag werd gestart en kon het eiland Sumatra, dat toen in Japanse handen was, in het donker worden gepasseerd. Na een rustige vlucht van 26uur 35 min. landden wij tegen de middag te Exmouth in West Australië. Na daar brandstof te hebben ingenomen gingen wij door naar Perth, waar wij tegen de avond aankwamen. Op 21 mei werd de terugtocht begonnen, maar nu hadden wij 2 passagiers er bij. Het waren Admiraal Helfrich en zijn adjudant, plus de nodige bagage en ik verzeker u, het waren geen plunjezakken. Gevolg, we waren aanmerkelijk zwaarder dan toen wij uit Ceylon vertrokken. We kregen de opdracht om rechtstreeks van Perth naar onze basis terug te vliegen en geen tussenlan ding te maken op enig andere basis in Australië. Dat betekende een afstand van zo'n 3150 zeemijl (ca 5860 Km). Met 6400 liter in de vleugels, de extra tanks met 1800 liter en de twee passagiers plus hun bagage, waren we dus aardig aan ons gewicht. We zijn in de loop van de ochtend gestart, omdat we het grote stuk oceaan tussen Australië en Ceylon 's nachts moesten oversteken en we voor de navigatie wederom van de sterren gebruik konden maken. Maar helaas, de weergoden dachten er anders over. En goede weervoorspellers hadden we toen nog niet. Motoren warm gedraaid en gecheckt, losgemaakt van de boei, kist richting zee gedraaid en dan vol startvermogen, Ik weet niet meer hoe lang het duur de, maar de kist kwam niet los. Er was weinig wind en het vliegtuig kon door zijn grote gewicht niet vol doende snelheid krijgen. Daarbij was het water in de baai erg vlak en rustig, waardoor het een grote zui gende werking op de romp uitoefende. Een middel hiertegen is, om met een boot het water te beroeren, zodat er golftopjes gevormd worden die het losko men vergemakkelijken. Er is toen om een boot gevraagd om voor het startende vliegtuig uit te varen. Even later kwam er een speedboot van de RAAF en die begon alvast in onze geplande startrich ting uit te varen. Wij erachteraan met vol startver mogen op de motoren. Het hielp wel, want we voel den dat de kist op de golftopjes begon te rijden. Het leek wel of er geen eind aan kwam, maar eindelijk na 1 min, en 50 sec kwamen wij los en heel lang zaam gingen wij naar onze kruishoogte en kon het motorvermogen teruggenomen worden. Dat die motoren niet in elkaar gedraaid zijn en het verder de gehele reis voortreffelijk hebben gedaan, mag wel op naam worden geschreven van de technische dienst van ons squadron. Wat de speedbootbestuurder betreft, denk ik, dat hij echt voor zijn leven heeft gevaren. Het is niet niks om zo'n brullend bakbeest achter je aan te horen komen. Zo lang het licht was, viel er niet veel te navigeren, radiobakens waren door de vereiste radiostilte taboe en hoogstens kon er wat "drift" gemeten worden. Dit is de hoek die gemeten wordt tussen de uitgezette koers op de kaart en de koers die het vliegtuig in werkelijkheid vliegt onder invloed van de heersende wind. Met de gevonden waarden kan de navigator nu zijn koers corrigeren. Voor een juiste plaatsbepaling is dit echter niet voldoende. Een paar uur na onze start, toen het donker begon te worden, begon er zich een aaneengesloten wolken dek boven ons te vormen, de schrik voor elke astro- navigator. Dit wolkendek heeft zich gedurende de gehele reis weten te handhaven. Wij konden er niet bovenuit komen, dit zou ons te veel brandstofkosten en we hoopten maar, dat de omstandigheden later wat zal verbeteren, wat echter niet gebeurde. Ik her inner mij, dat er van tijd tot tijd een z.g. "Flair, dat is een brandende fakkel die op het water blijft drijven, werd uitgegooid om daarmee de drift te meten. Zo 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2004 | | pagina 16