DATIM
tS»
KONINKLIJKE LUCHTMACHT
Gedenkboek.
defensiebedrijven of in de voor betrokkene gunstig
ste afvloeiingsregeling. Daarin zijn we
(Managementteam depot, waartoe ik als laatste CTD,
tevens HBB, vanaf eind 1978 behoorde) in het alge
meen behoorlijk geslaagd en ook dat gaf voldoening.
Maar het doek viel voor de TD en voor mij per 1 april
1980. Ik ging naar DMKLu om bij te dragen aan de
ontwikkeling van de bedrijfsvoering in de onder-
houdssector van de Klu.
Voor andere, elders ondergebrachte of afgevloeide
mensen werkte deze ervaring vaak heel anders uit:
vol onbegrip vonden zij de besluitvorming onzuiver
en voelden zich bedrogen, verlaten, afgedankt.
Nu, 25 jaar later, hebben veel meer Nederlanders
soortgelijke ervaringen achter de rug (DAF, Fokker,
etc.) en ook veel meer medewerkers van Defensie: het
noemen van opgeheven onderdelen met even veel
medewerkers als de TD/DATIM (ca 120) of méér is al
haast niet meer te doen.
Tot slot wijs ik op het door de Bevelhebber der
Luchtstrijdkrachten uitgegeven boekwerkje "DATIM
45 jaar 1945 - 1991" en wel in het bijzonder het zeer
lezenswaardige tweede Hoofdstuk: Terugblik van een
oud TD-er op de opbouw en ondergang van de TD
DATIM.
Dat verhaal van AOO bd J.(Joop) H.D. Visscher eindigt
als volgt:
Wat vanaf eind 1977 resteerde was te streven naar
het zo goed mogelijk voltooien van de nog lopende
projecten en het (daarmee conflicterende) zo goed
en dus meestal zo snel mogelijk, helpen onderbren
gen van de individuele medewerkers bij andere
"Wanneer U ooit een bezoek aan dit museum
brengt, bedenk dan even dat een groot deel van
het voorgaande verhaal zich in die hallen heeft
afgespeeld."
Ik sluit mij van harte aan bij zijn oproep.
10