1973 (257/V). 1978 (253/V) en 1981 (255/V), had de
marineleiding het vertrouwen in dit type verloren.
Twee van de drie ongevallen waren namelijk te
wijten aan een defect in het besturingsysteem. De
benodigde modificaties werden te kostbaar en uitein
delijk besloot men de Atantic eind 1984 voortijdig
uit te faseren. Op 28 december werd het Atlantic-
hoofdstuk gesloten en werd de Orion 'alleenheerser'.
Hoewel de defensienota van 1984 voorzag in de aan
schaf van nog eens twee Orions rond 1990, is dit om
financiële redenen nooit zover gekomen. Organiek
behoorden alle dertien Orions in 1984 nog steeds tot
de VSQ320; de beide andere Valkenburgse squadrons
(VSQ321 en VSQ2) maakten er mede gebruik van. Op
14 september 1984 werd de laatste Orion afgeleverd.
In september maakte het ministerie van defensie
bekend dat de MLD voortaan met elf van de dertien
Orions zou opereren. Men was namelijk van plan om
twee Orions permanent op te slaan. De kosten van
het conserveren waren echter hoger dan de operatio
nele kosten, het gevolg was dat men gewoon met de
vloot van dertien Orions bleef doorvliegen.
De groep maritieme patrouille vliegtuigen (MARPAT)
werd op 16 mei 1988 opgericht en bestond uit 3
squadrons: de operationele squadrons VSQ320 en
VSQ321 en het opleidingssquadron VSQ2.
Oorspronkelijk waren de Orions van VSQ320, maar
werden deze 'uitgeleend' aan de beide andere
squadrons op Valkenburg. VSQ2 werd echter op 1
september 1996 opgeheven en VSQ321 nam de oplei
dingstaak over. Na de opleiding stroomden de
bemanningen door naar VSQ320. Door het opheffen
van VSQ320 en VSQ321 op 14 januari 2005 werd ook
MARPAT opgeheven. Behalve over de dertien Orions,
beschikt de eenheid over twee simulatoren, die ook
door buitenlandse partners worden gebruikt: een
Operational Flight Trainer (cockpittrainer) en een
Operational Tactical Trainer (tactische trainer).
Op 18 oktober 1985 vertrok Orion 312/V (het enige
Orion-vliegtuig waarover geen B.T.W. werd betaald en
dat niet operationeel mocht opereren vanaf
Nederlands grondgebied en daarom in ons land
slechts voor onderhoudswerkzaamheden mocht ver
blijven) naar NAS Keflavik. Dit toestel vormde daar
het permanente MLD Keflavik detachement (Kefdet)
in nauwe samenwerking met de Amerikanen (PAT-
RONKEF). Hier werd (wordt) de doorvaart naar de
Atlantische Oceaan bewaakt.
De oorspronkelijke hoofdtaak was de opsporing en
bestrijding van (onderzee)boten van vijandelijke
vloten. Secundair was de eenheid tijdens vredestijd
belast met het opsporen en redden van mensen in
nood op zee (OSRD), dit in samenwerking met de
Kustwacht. Een neventaak toen was ook het begelei
den van KLu F-16's tijdens de Transatlantische
overtocht naar bijvoorbeeld Canada of de Verenigde
Staten. Een dag voor de grote oversteek, vertrok een
Orion van Valkenburg naar Keflavik, waar een dag
later de F-16's via de UK arriveerden. Op Keflavik wer
den de F-16's nog eens grondig geïnspecteerd en ver
volgens afgetankt. Nadat er een speciale 'Search and
Rescue kit' aan boord was gebracht, vertrok de Orion
een uur voordat de F-16's hun reis vervolgden. Bij de
punt van het koude Groenland wordt de P-3 door de
luchtmachters ingehaald, om vervolgens als laatste
te arriveren. Onderweg was de P-3 belast met het
verzorgen van de communicatie voor de jagers.
Aangezien de jagers geen HF-radio hebben en het
bereik van UHF/VHF beperkt is, liep alle communi
catie via de Orion. Deze stond via UHF in contact
met de F-16's en via HF met landbases. Daarnaast
stond de Orion onderweg stand-by voor OSRD.
Tegenwoordig gebruikt de luchtmacht haar eigen
KDC-10's voor deze taak. Behalve deze taken, waren
MLD Orions ook belast met bijzondere taken. Zo
voerde men oppervlaktesurveillances uit in opdracht
van de inmiddels opgeheven marine inlichtingen
dienst (Marid) en werden dienstvluchten (waaronder
proefvluchten) en technische evaluaties gevlogen.
Taakverandering, van
waterrat tot landrot
In februari 1990 maakten de NAVO en het Warschau
pact bekend, dat zij wederzijdse militaire inspectie-
vluchten boven elkanders grondgebied zouden gaan
uitvoeren onder de naam 'Open Skies*. In defensie-
22
i