De 303/V op patrouille, foto: Audio Visuele Dienst KM. kringen dacht men dat de MLD Orions voor deze taak geschikt zouden zijn en al doende voerde men in februari overdag en 's nachts een serie testvluch ten uit. Hierbij waren ook KLu F-16's betrokken en voorzien van een Philips/usfa 'thermal imaging system', een infrarood detectiesysteem. Deze tests wezen uit, dat de Orion geschikt was voor verificatie- vluchten boven het Oostblok. Later werd echter besloten dat Nederland in dit project met België zou samenwerken. In de praktijk werden dan helaas ook alleen Belgische C-130 Herculessen ingezet. Tijdens de eerste Golfcrisis werd in november 1990 een Orion (306/V) bij wijze van proef omgebouwd tot ambulancevliegtuig (MedeVac). Het toestel werd hier toe voorzien van acht brancards, evenals acht stoe len, zodat in totaal zestien gewonden konden wor den geëvacueerd. Het was de bedoeling om, zodra dit nodig zou zijn, twee Orions (waarvan één op acht uur afroep en de tweede binnen 24 uur), voor deze taak in te zetten. Orions kunnen namelijk in acht tot tien uur naar het golfgebied vliegen. Gelukkig kwam het nooit zover. Wel maakten Orions diverse retour vluchten naar het Golfgebied met onderdelen voor boordhelikopters (Lynx) en 'Goalkeeper'-luchtafweer- systemen van de Nederlandse marineschepen in de Perzische Golf tijdens 'Desert Storm'. Ook vervoerden Orions personeel, voorraden en post voor het Nederlandse noodhospitaal in Jebal Ali (Verenigde Arabische Emiraten) dat daar was opgezet. Op 30 januari 1991 vertrokken twee Orions (302 en 304) naar Sigonella ter versterking van de Europese zuidflank als tijdelijke vervanging van Amerikaanse Orions. Patrouillevliegtuigen uit deze regio waren al ingezet in het golfgebied en de NAVO verzocht Nederland de Amerikaanse taken in Zuid Europa tijdelijk waar te nemen. Ook zijn de Orions ingezet tijdens het handelsembargo met Irak, opgelegd door de UN vanaf Muharraq LAP, Bahrein eindjaren negentig. Tijdens de Golfoorlog patrouilleerden Orions boven de Noordzee als bescherming voor de olieplatforms. Na het verdwijnen van de koude oorlog, hebben de Orions er een aantal nieuwe taken bij gekregen zoals de drugsbestrijding in het Caraïbisch gebied waar samengewerkt werd met Amerikaanse eenheden. Vanaf januari 1993 was een MLD-Orion voor deze taak, in tegenwoordige tijden operatie 'Fair Trade' genaamd, op de vliegbasis Hato op Curasao gestatio neerd. Eind 1995 besloot men dat hier permanent een tweede Orion werd gestationeerd. De drugsbestrijdingoperaties in dit gebied werden in nauwe samenwerking met de twee KLu Fokker F- 27MPA Maritimes van het 336sqn uitgevoerd tot het moment dat deze kleine luchtmachteenheid werd opgeheven in 2000. Hierna werd samengewerkt met de Amerikaanse Coast Guard en de DEA. Aangezien de '304' een geslaagde onderschepping had uitge voerd van een drugsboot, werd deze voorzien van de naam 'Coke Buster'. Pikant detail was, dat er met de '311' in 1998 door mariniers drugs werden gesmok keld. Tijdens 'Support Democracy' vlogen Nederlandse Orions patrouillevluchten rond het eiland Haiti in 1993 en 1994. Ook werden er kust- wachtvluchten uitgevoerd bij Suriname onder de naam 'Golden Schrimp' (illegale garnalen visvangst). Overigens hebben de Orions veel geslaagde opspo- ringsvluchten en OSRD-vluchten gemaakt in de West en het Caribische gebied. In 2000 namen de Orions de taak over van de maritieme F-27's. Door de uitfasering van de Orion, wordt de patrouille taak overgenomen door twee luchtmacht Fokker-60's die hiervoor zijn omgebouwd en voorzien zijn van de benodigde apparatuur. Het kan raar lopen... Voor de Nederlandse kust patrouilleerden de Orions regelmatig (600 uur per jaar) in opdracht van de kustwacht. Het accent lag daarbij op de opsporing van milieu-overtreders en het uitvoeren van visserij en scheepvaartcontroles, waarbij inspecteurs van de algemene inspectiedienst (AID) en de dienst lucht- vaartpolitie aan boord van de Orions mee vlogen om milieudelicten te kunnen verbaliseren. Overigens testte men ook het droppen van para's vanuit de '306'. Tijdens de oefening 'Sandy Coast '96' werd gevlogen met oefenmijnen aan boord, ook hier bij was deze '306' betrokken. De '306' (en ondermeer de '308') hadden zes ophangpunten onder de vleu- 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 23