gel, die in 1998 verwijderd werden. Overigens werd de 301 in het verleden ook waargenomen met vier pylons. Nadat in het voormalige Joegoslavië de burgeroorlog was uitgebroken, vertrokken in juli 1992 twee Orions naar de Navo-basis Sigonella. Van hieruit patrouil leerden de vliegtuigen in het kader van de operatie 'Sharp Guard' boven de Adriatische zee, om toe te zien op het door de VN-veiligheidsraad uitgesproken handelsembargo tegen Servië en Montenegro. Tijdens deze operatie vlogen Nederlandse Orions voor het eerst met 'scherpe' torpedo's in het ruim. Na het einde van deze operatie bleef een Orion ter ondersteuning van de Amerikaanse inzet achter. Operatie 'Eagle Eye' boven Kosovo (de controle op UN-resoluties) zorgde voor het aanpassen van enkele Orions voor de verkenningstaak boven land/kustge bied in plaats van de taak boven open water. Voor het eerst werden de Orions ingezet. In november 1998 werden drie Orions ('301', '303', '305') aange past voor deze missie tegen vijandelijke eenheden met luchtafweer en werden daarbij voorzien van FLIR, 'Star Safire' en chaff/flare dispensers. In de kist werd een real-time foto/film-verbinding naar het grondstation aangebracht. De modificatie en trai ning vonden plaats op NAS Patuxent River. Vanaf 1 februari 1999 werden de toestellen op NAS Sigonella gestationeerd. (Deze drie waren te herkennen aan de 'RWR-system puisten' op de neus). Voor de SFOR werd in mei 2002 een Nederlandse Orion ingezet vanaf Sigonella op Sicilië. In juli 2002 werd vanaf El Minhad (VAE) de '300' ingezet tijdens 'Enduring Freedom' als observatietoe stel ter ondersteuning van de Amerikaanse vloot in de Perzische Golf. Deze inzet duurde tot juni 2003. Eind 2003 en begin 2004 werd een P-3 ingezet voor patrouillemissies boven de Middellandse zee vanaf Sigonella tijdens de operatie 'Active Endeavour', een anti-terrorisme activiteit. De toekomst door het heden ingehaald In november 1997 werd de '312' buitendienst gesteld en opgeslagen op Valkenburg. Bij deze kist was corro sie ontdekt bij de vleugel wortel. De oorzaak hiervan was de zoute aanslag van het vliegen boven de oce aan. Er werden onderdelen van deze kist voor de '305' gebruikt. In februari werd de '303' opgeslagen op Valkenburg, dit zonder de motoren, tot september van dat jaar. Later werd de '309' als 'onderdelenma- gazijn' gebruikt. De '306', '310' en de'311 'werden buiten dienst gesteld en te koop aangeboden in 2001-02. Deze waren al eerder buiten gebruik gesteld, maar door '11 septem ber' weer korte tijd in dienst genomen om een tekort aan materieel op te lossen. Het afstoten van drie Orions stond in de defensienota van 2000 en als gevolg daarvan werden de drie later alsnog opgesla gen te Alverca in Portugal bij OGMA. Bij de aanschaf van de Orions ging men er vanuit, dat de toestellen bij het verwachte intensieve gebruik een economische levensduur van ruim 30 jaar zouden hebben. De operationele levensduur zou naar verwachting echter slechts 10 tot 12 jaar zijn. Na die periode zou de apparatuur aan boord een onvoldoende operationele capaciteit hebben om de technologisch sterk ontwikkelde Sovjet-onderzee- vloot efficiënt in het oog te kunnen houden. Nadat de bovenstaande verwachting door de marinestaf was vastgesteld, plande men een 'Capability Upkeep Program (CUP-Orion). In verband met bijzondere ope raties boven de Adriatische zee en het Caraïbische gebied werden vooruitlopend op de 'CUP', drie FLIR- Systems Inc. model 2000HP-systemen (militaire aan duiding: ANIAAQ-22 Saffire) aangekocht om deze in de Orions te bouwen. De afdelingen luchtvaart en vliegtechniek van de marinestaf in Den Haag formu leerden de stafdoelstellingen en evalueerden de diverse leverbare systemen voor de 'CUP', die oor spronkelijk tussen 1997 en 2003 zou worden uitge voerd. Er was 197 miljoen Euro voor het project uitgetrokken. Er werd onder meer gedacht aan ver vanging van de ASQ-114 centrale computer door de Paramax ASQ;212, de vervanging van de APS-115- radar door de Texas Instuments APS-137 ISAR, de installatie van een TI ALR- 66 ECM-systeem en het vervangen van de ARR-72 acoustic processor door de CDC UYS-503. Voorts pleitte men voor een standaar disering van bedieningscontroles. Na veel politiek geharrewar werden deze modifi caties uitgevoerd. Er werden tien Orions 'ge-CUPped': zeven Orions wer den volledig tot 'CUP-B' omgebouwd voor patrouille- vluchten boven land en zee (ASW) en de resterende drie niet compleet gemodificeerde Orions kregen alleen een dataprocessing/display control-system en een radar- en satellietcommunicatiesysteem ter 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 24