i '*v klos, dit ondanks verzet van de plaatselijke bevolking en de Koninklijke Marine. 1 januari 2004 zou men MVK Valkenburg sluiten en de vloot op non actief stellen. Door ingrijpen van de Tweede Kamer werd dit uitgesteld tot 1 januari 2005. Ongevallen De Orion bleek gedurende zijn MLD-periode zeer veilig en betrouwbaar. Toch waren er enkele ongeval len zoals die op 16 februari 1994 toen de '309' een ongelukkige landing maakte. De kist kwam op de ESM-pod binnen waarbij motor 3 het asfalt raakte. De bemanning had vergeten het landingsgestel uit te doen. Verder werden er antennes afgerukt en raakte een flap beschadigd. Delen van de propeller drongen door tot in de romp. Na een reparatie van enkele maanden vloog de kist weer op 7 juli 1994. Een onbekende Orion vloog tijdens een laagvliegmissie op 25 mei 1995 boven de Noordzee bijna een Lynx uit de lucht, die wilde landen op een marinefregat. Na onderhoud bij OGMA kon de '304' bij een proef vlucht bijna niet los van de baan komen. De kist maakte een geslaagde noodlanding. De oorzaak was dat de bevestiging van een paar kabels niet goed was uitgevoerd. Tijdens een detachement op Sigonella in augustus 1995 raakten twee Orions, de '302' en '305', op de lijn beschadigd door een windhoos. Bij één kist brak de staartboom af. Op Alverca ontstond een cat.4-schade aan de '304' in oktober 2003 na een lektest van een interne vleugel tank bij OGMA. Door een te hoge luchtdruk werd de vleugel zwaar beschadigd. Verkoop Ondanks de miljoenen-investering op het vliegkamp Valkenburg en de modificatie van de huidige Orion- vloot, de vloot zou tot 2020 dienst kunnen doen na de CUP-modificatie, gingen de opheffingsplannen gewoon door. Wel werd de vloot volgens plan gemo derniseerd, een ideale situatie voor de eventueel geïnteresseerde kopers. Acht Orions werden dan ook vlot verkocht aan de Duitse marine en verhuizen naar de marinebasis Nordholz om bij de Marineflieger bij MFG.3 dienst te gaan doen. Tevens zijn de Portugezen op Montijo geïnteresseerd in de overige vijf. Hoewel de verdeling van de kisten bekend is, kan er nog gewisseld worden. Rond de verkoop is enige commotie ontstaan door het lage prijskaartje van minister Kamp. Kleurenschema's Gezien de inzet van de Orion boven zee werd geko zen voor een passend kleurenschema: donkergrijs- blauw (dark sea grey) aan de bovenzijde, een grijs groene (sky light green) onderzijde en een zwarte radarneus (de standaard MLD-kleuren). De serial stond op de neus in witte cijfers en op de staart de letter 'V' van Valkenburg (hieronder in het klein de type-aanduiding en het nummer). Op de kist werd het Amerikaanse Bu.No. niet vermeld. Op de achter zijde van de romp werd de werkgever vermeld in witte hoofdletters 'KON. MARINE'. Het nummer van de Orion is een eigen MLD-nummer en was niet afge leid van een constructienummer. Sinds 1959 heeft de MLD een eigen serial-reeks, die begon met '001 en zo 'doorloopt, wel met gaten. In november 1987 werd de '304' gezien in een experimenteel schema; de witte tekst/cijfers zijn vervangen door zwarte, de 'V is verdwenen en de tekst veranderd in 'KONINKLIJKE MARINE' met daaronder 'ROYAL NETHERLANDS NAVY'. De Nederlandse roundel werd verkleind geplaatst. Deze test duurde tot augustus 1988 toen de kist tijdens groot onderhoud weer werd voorzien van het originele uniform. Vanaf juli 1989 werden de Orions echter 'low viz': de witte serials verdwenen en waren alleen klein zichtbaar op de kist en op de neuswielklep. De tekst bleef wit maar kreeg de Engelse aanduiding 'ROYAL NETHERLANDS NAVY' erbij, dit vanwege de internationale inzet van de MLD-Orions. In augustus 1996 keerde het tij en wer den de zwarte serials weer wit. Helaas kwam de 'V' niet terug. Door een veranderde taakstelling van de 26 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 26