25 jaar Stichting Vrienden van hut Militaire Luchtvaartmuseum Marine-Vereeniging van 1927 meldde onder het kopje (nou ja kopje) 'Staat Der Veranderingen, Welke Onder De Officieren Van De Zeemacht Hebben Plaats Gehad' dat er twee reserve le en vijf reserve 2e luite nants van de Luchtvaartafdeeling overgekomen waren als officier-vlieger 3e klasse. Onder hen L.H. Blink. De overige heren waren R.J. Mulder. K.J.A. Meester, A.W.C. den Ouden, JA Bach, D. Barends en W.C. van Veenendaal. Dit was interessant omdat een aantal van deze namen in de brieven van Lucas genoemd werd! Ik realiseerde mij overigens ook dat mijn onderzoek zich nu over drie krijgsmachtdelen uitstrekte. Met andere woorden, ik was "joint" bezig! Ik kreeg nu ook al snel gevoel dat ik 'beet' had. Doorbraak De doorbraak kwam toen ik tijdens mijn onderzoek een groot artikel uit het inmiddels ter ziele gegane weekblad de Spiegel uit 1956 onder ogen kreeg. Onder de kop 'Na dertig jaar vliegen!' werd er enthousiast verslag gedaan van een reünie van vliegklas 1925 1926 in Zeeland. De reünie was georganiseerd door de inmiddels tot doctor in de klassieke talen gepromoveerde oud-vlieger D. Barends, rector van Christelijk Lyceum te Goes. Bingo, bingo!! Niet alleen bleken de eerder genoemde vliegers deel uit te maken van deze vliegklas, maar ook mannen als K.D. Parmentier, J. H. van Giessen, Th.JA Lamers, Th.J.C. Meeues en A.Viruly. Van deze 12 mannen waren voor mij alleen Koene Parmentier en Adriaan Viruly bekenden. Parmentier natuurlijk van de Uiver en de legendarische race van Albury in Engeland naar Melbourne in Australië, Viruly als commandore van de KLM, pacifist, schrijver en gehuwd met Mary Dresselhuys. Lucas had wel een paar bijzondere klasgenoten gehad! Wie zouden die anderen wel zijn? Mijn enthousiasme werd gedeeld door de SLH. Ik besloot toen mijn onderzoek uit te breiden naar de hele klas van Lucas Blink. In die tijd werd ik gelukkig door de boekhistoricus van het Legermuseum in Delft gewezen op het bestaan van wat ik nu noem de Snieder, oftewel de geannoteerde bibliografie over de Nederlandse luchtvaart, vanaf 1784. Deze bibliografie, in Vogelvlucht geheten en samengesteld door W. Snieder, is mijns inziens abso luut onmisbaar voor een ieder die serieus onderzoek doet naar de - rijke - geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart, zowel civiel als militair. Door de zeer grote toegankelijkheid van dit boek kwam ik snel op het spoor van de paper trail die Bach, Van Veenendaal en Viruly ons hebben nagelaten. Ik wist nu wat ik Res. 2e luitenant-waarnemer derLVA Daan Barends. foto: SLH lezen en verzamelen moest! Opgewekt ging ik weer alle relevante tijdschriften over de periode 1925 tot en met 1965 in de bibliotheken van de historische afdelingen van de krijgsmacht doornemen, op zoek naar informatie die mij kon helpen de levens van de 12 man te reconstrueren. Bladen als de Militaire Spectator, Luchtmacht, de Vliegsport, de Vliegende Hollander, Avia, Luchtvaartkennis, Cockpit, Nieuwsbrief MLM (de voorloper van SpinnerVliegwereld, het Vliegveld maar ook Mavors gaven mij al gauw de wetenschap dat ik nu te maken had met een groepje mannen die, misschien de een wat meer dan de ander, veel betekend hebben voor de geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart. Dit was geen artikel meer. maar het had alles in zich voor een boek. En dat is ook mijn streven. Inmiddels kreeg ik ook "meer vat op mijn mannen". Van de 12 op Soesterberg in opleiding zijnde man nen, waren er drie afkomstig van de KMA, te weten Van Giessen, Lamers en Meeues. Dit betekende dus het raadplegen van de almanakken van de Academie, vaak een onverwacht interessante bron was mij al eerder gebleken. De overige negen waren voor hun nummer opgekomen en hadden voor plaatsing bij de 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 29