25 jaar Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum LVA een verzoek ingediend. Het huidige hoofd van de Sectie Luchtmachthistorie Rolf de Winter heeft in het zesde lustrumnummer van Mars et Historia in 1996 een voortreffelijk verhaal geschreven over het ontstaan van de militaire vliegopleiding en de eerste generatie vliegers. In de bijlage geeft hij nadere infor matie over de eerste 50 officieren-vlieger. In wezen werk ik nu aan een groep van de tweede generatie en besloot dan ook de inmiddels vergaarde informatie over mijn dozijn in een vergelijkbaar schema te vat ten. Opvallend is dat net als bij de eerste generatie vliegers, het overgrote deel van mijn tweede genera tie geboren is in grote steden, voornamelijk in de randstad. Wat betreft wapen van herkomst valt te constateren dat er vier van de Artillerie afkomstig zijn, zes van de Infanterie, één van de Genie en één van de Landstorm. Overige informatie zoals sociale herkomst, moet uit nader onderzoek volgen. Nu de namen en dergelijke bekend zijn van de vliegklas, kon er gericht gezocht worden in archieven. Zo bracht ik al menig uur door bij het Centraal Archieven Depot van het Ministerie van Defensie in Rijswijk, het Nationaal Archief in Den Haag, het archief van de KLM Flight Academy de voormalige Rijksluchtvaartschool) op Eelde, het Documentatiecentrum van Aviodrome in Lelystad, het KNMI te Zeist en natuurlijk niet te vergeten de collecties van de historische instituten van de krijgs macht zelf. Overal kreeg en krijg ik voorbeeldige medewerking. Toch wel opvallend is, zeker gelet op haar rol in de geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart, het verkrijgen van medewerking van de KLM. Het is niet zozeer de juiste afdeling, als wel de juiste persoon die je moet treffen. Historische lijnen Zo werkend aan mijn onderzoek vallen er al histori sche lijnen te constateren. Twaalf mannen, verschil lend in leeftijd en van diverse pluimage, komen op Soesterberg om opgeleid te worden tot vlieger, een beroep waar zeker toen nog, een waas van romantiek over hing. Na enige maanden bleek de luitenant Meeues niet over een vliegerhandje te beschikken en moest dan ook de opleiding verlaten. Hij zou uitein delijk de dienst als kolonel der Genie verlaten en zich vestigen als advocaat procureur te Groningen. Na het behalen van de felbegeerde 'vink' kozen in eerste instantie de boven genoemde zeven man voor de MLD, Viruly en Parmentier voor de KLM en Lamers en Van Giessen voor een loopbaan bij de LVA. Het geval wil dat op het moment dat er gelden vrij 2e luitenant der genie Theodorus J. Meeues. foto: SLH gekomen waren om nieuwe vliegboten, in casu de Dornier Wal, aan te schaffen, de Koninklijke Marine niet over voldoende eigen vliegers beschikte. Vandaar dat in 1927 in totaal acht man. waarvan zeven uit mijn onderzoek, het grijs verruilden voor het don kerblauw. Verder is mij gebleken dat, zeker in de periode voor de Tweede Wereldoorlog en kort erna. er een nauwe samenwerking was tussen de KLM en de militaire luchtvaart. Vele grote namen als Plesman, Versteegh en later Aler, zijn "oud- Soesterbergers". Viruly, Parmentier en bij nader inzien ook Van Veenendaal, kozen voor het vliegen in civiel tenue. Bij de KLM dus, een maatschappij die een wereldwijde naam opbouwde met de langste lijn dienst ter wereld, Amsterdam - Batavia. De wereld werd door de opkomst van de luchtvaart in wezen opnieuw ontdekt. Eind 1903 maakten de gebroeders Wright hun eerste vluchten. Met name in en door de Eerste Wereldoorlog was de techniek van het vliegen en wat daar bijkomt met sprongen voor- 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 30