Veenendaal hem vertelde dat er een kink in de kabel was gekomen. Het later veel bekritiseerde verbod om de KLM-vliegtuigen te laten vertrekken, zou beide vliegers nog lang dwars zitten. Viruly zou een jaar later via een omweg alsnog Engeland weten te bereiken en daar onder de kundige leiding van Parmentier de KLM-vlag helpen hoog te houden. Met name het succes van de reguliere lijn Bristol - Lissabon die in de oorlogsjaren door de KLM onder houden is. is op het conto van Parmentier te schrij ven. Er werden ruim 1600 vluchten gemaakt waarbij slechts één toestel verloren ging. de DC-3 G-AGBB Ibis. Van Veenendaal slaagde er pas in 1944 in door een crossing het bevrijdde Zuiden te bereiken. Die vier oorlogsjaren had hij eerst doorgebracht met het houden van lezingen en vissen, zijn grootste passie. Later kreeg hij een functie bij de Amstelbrouwerij in Amsterdam. Na op een Link-trainer te zijn bijge schoold. Van Veenendaal had immers vier jaar niet gevlogen!, maakte hij als co-piloot van Viruly zijn eerste vlucht op de Lissabonroute. I n d ië Richten wij onze blik naar de Oost. dan zien we dat in 1940 onze vliegklas haar tweede dode moest betreuren. De officier-vlieger der lc klasse Den Ouden verongelukte tijdens een nachtlanding als commandant van een Dornier Do-24 met de registra tie X-4. Nog steeds herinnert een monument op de begraafplaats in Soerabaja aan deze crash waarbij de gehele bemanning omkwam. Van de oorspronkelijk zeven man die over gegaan waren naar de MLD, waren er nog maar twee over. Meester en Mulder. Barends had na afloop van zijn contract de dienst verlaten en was inmiddels afgestudeerd als classicus. Hij gaf les aan het Christelijk Lyceum in Bandoeng. Bij de algemene mobilisatie eind 1941 werd Barends als chef-staf van het Luchtcommando Straat Makassar op de vliegbasis Samardina II. hartje Borneo, gestationeerd. Het vliegveld werd echter door de Japanners toch ontdekt, een bombardement volgde, waarbij zowel vliegveld als bijna alle daar aanwezige Glenn Martin bommenwerpers uitgeschakeld werden. Barends en Mulder, die opgeklommen was tot commandant van het Marinevliegkamp Tandjong Priok, geraakten in Japans krijgsgevangenschap. In Europa zouden Van Giessen, Lamers en Meeues de oorlogsjaren in Duitse krijgsgevangenschap doorbrengen. Bach wist zich daar op de een of andere manier aan te onttrekken en studeerde voor tandarts. In 1943 opende hij in Res. 2e luitenant-waarnemer der LVA Andreas W.C. den Ouden, foto: SLH Den Haag zijn praktijk. Degene die we nu nog mis sen is Meester. Zijn oorlogservaringen lijken wel vol doende voor een boek op zich! Hij had het geluk te kunnen participeren in een vlucht van meer dan 20 uur met drie Catalina's op 1 maart 1942 van Tjilatap op Java naar Colombo op het eiland Sri Lanka, het vroegere Ceylon. Hierdoor wisten ongeveer 20 officie ren en enige onderofficieren van de Koninklijke Marine samen met de Commandant Zeemacht zich aan Japanse krijgsgevangenschap te onttrekken om zo hun inspanning de vijand te verslaan, elders voort te zetten. Meester werd in zijn functie als Stafofficier voor Vliegdienstzaken bij het Hoofdkwartier van de B.S.O., de Bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten in het Oosten, de vice-admiraal Helfrich, bestendigd. Dat zou hij niet lang doen. want met ingang van 20 juni van dat jaar werd Meester benoemd tot commandant van 320 (Dutch) squadron in Engeland. Dit commando zou hij tot 20 september 1943 blijven voeren. We zien hem daarna 33 2 5 jaar Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 33