25 jaar Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum tuig een betere optie zou worden. Eerst in september 1947 maakte de KM kennis met dit fenomeen met een landing van de Sikorsky S-51 op Hr. Ms. Karei Doorman. De helikopter was eigendom van NV Frits Diepen Vliegtuigen en werd ondergebracht in de Stichting voor Hefschroefvliegtuigen. Om de eventuele waarde van de S-51 voor de KM te kunnen bepalen stelde de KM meteen vliegers en technici beschikbaar voor de beproevingen. Een daarvan was de toenmalig jonge luitenant ter zee R.J. Idzerda. Voor Search and Rescue (SAR) was S-51 eigenlijk niet zo geschikt omdat de capaciteit te klein was en de besturing vrij zwaar. Door zijn ervaringen tijdens de proeven was Idzerda er echter van overtuigd dat deze helikopter wel zeer goed dienst zou kunnen doen als planeguard voor het vliegkampschip. Begin vijftiger jaren wist hij de KM-leiding hiervan te overtuigen. In 1951 werd de S-51 in dienst genomen. Een paar weken later, na een korte tijd van inwerken aan boord, vertrok de Karei Doorman met de helikopter voor een reis naar de Antillen. De intrede van de helikopter aan boord van Nederlandse marine schepen was hiermee een feit. Na deze reis is de S-51 gemodificeerd waarbij voornamelijk de besturing werd verbeterd. Dit is goed van pas gekomen tijdens de watersnoodramp in februari 1953. squadron opgericht. Momenteel doet dit squadron 860 nog steeds op Marine Vliegkamp de Kooy dienst als moedersquadron voor de vluchteenheden aan boord van de schepen. Drijvervliegtuigen werden in de 2de wereldoorlog nogal eens ingezet, m.n. door de Japanners. Aan het eind van de oorlog werd het drijvervliegtuig, gezien de geringe effectiviteit, bij een groot deel van de geallieerde vloot van boord gehaald en is daarna ook niet meer teruggekomen. Voor vliegtuigen aan boord van schepen werd voornamelijk voortgegaan op het concept van vliegkampschepen. Zo ook bij de Koninklijke Marine. Na de oorlog is de Hr. Ms. Karei Doorman in dienst gesteld, waarmee tot 1968 werd geopereerd. Helikopters Operaties met drijvervliegtuigen waren vol risico's voor schip en vliegtuig en de voorzieningen aan boord waren te complex. Dat ook de KM is afgestapt van dit concept is dan ook verklaarbaar. Niettemin smaakte het beschikken van een vliegende compo nent aan boord naar meer. Een VTOL (vertical take off and landing) vliegtuig zou een goede oplossing kunnen zijn. Een mogelijkheid hiervoor was echter niet voorhanden. Later bleek dat het hefschroefvlieg-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2005 | | pagina 42