Curtiss Hawk
een klassieke tweedekker
uit het Interbellum
Gerard Casius
Een nieuw project voor het MLM
In zijn boek "Onze Vliegers in Indië" (1946) schreef de oud-Indische luchtmachtvlieger en auteur C.C.
Kiipfer over de vooroorlogse verdediging van het koloniale Indië: het was alsof een rijkaard zijn
goudschatten onder bewaking van een jongetje met een proppenschieter achterliet', zozeer was in het
begin van de jaren 30 de defensie van Nederlands Indië wegbezuinigd. Volgens de
Defensiegrondslagen van 1927 had het Kon. Ned. Indisch Leger (KNIL) de taak gekregen om de
vlootbasis Soerabaja te verdedigen en daarvoor moesten dus ook jachtvliegtuigen worden
aangeschaft. Mondjesmaat, dat wel, en men kon zich daarom geen vergissingen veroorloven.
De Curtiss Hawk C.313 op Kali Djati,
foto: via G. Casius
Uiteraard werd Fokker uitgenodigd een jachtvlieg
tuig te leveren, maar ondertussen was de Indische
Luchtvaartafdeling (LA) sterk onder de indruk geko
men van Amerikaanse producten, dit mede als
gevolg van de studiereizen die Lt. de Kruijff van
Dorssen, technicus en invlieger bij de LA, op voor
spraak van de beroemde Billy Mitchell naar de USA
had gemaakt. Mitchell was n.l. na zijn beruchte
insubordinatie-krijgsraadzaak opnieuw getrouwd
en was op zijn huwelijksreis naar Azië op Java rond
gevlogen door Lt. De Kruijff in een DH-9.
De Kruijff. beter bekend als 'Brian', had bij de US
Army de Curtiss Hawk bestudeerd en schreef een
zeer positief rapport over de gedegen, weldoor
dachte en beproefde constructie van het toestel,
dat ook geschikt was voor z.g. 'scheeraanvallen',
air-to-ground dus met mitrailleurs en als duikbom
menwerper. Aangezien een groot deel van de taak
van het KNIL ook bestond uit het dempen van bin
nenlandse onlusten, was dat een niet te verwaarlo
zen bijkomstigheid. Aangezien Fokker veel vertra-