Het aanzicht van de
vermaarde Fokker
C.Ve in de vlucht.
30 september:
Pajakoemboeh - Lahat
De nieuwe dag begon met een mistige, bewolkte,
regenachtige ochtend, en met bandenpech op de rit
van Fort de Koek naar het landingsterrein Pajakoem
boeh.
8 uur 53 opgestegen en dicht opgesloten om het ver
band niet te verliezen, koers gezet naar de oostzijde
van Goenoeng Malintang, welke in het zuiden de
vlakte van Pajakoemboeh afsluit. Bergland en bewol
king dwongen ons hoger en hoger; van de grond was
meestentijds niets te zien; nu en dan een regenbui.
Na ongeveer een uur vliegen, we moesten volgens
de gevlogen koersen ongeveer boven Soengeidareh
zijn en dus aan het einde van de kloof die van
Moeara Tebo. Ondertussen was het zicht beter
geworden en kon vrij gemakkelijk over
Saroelangoen en Soerolangoen Lahat worden
bereikt, gelijktijdig met nog een ander vliegtuig en
5 minuten eerder dan de andere drie.
Ongelukkigerwijs had het gerucht de ronde gedaan
dat we om 10 uur zouden arriveren, waardoor
reeds om 9 uur vele belangstellenden op het veld
ons wachtten, die echter tegen 1 uur de moed had
den opgegeven. Na het gebruikelijke middagslaap
je, 's avonds de op deze tocht gebruikelijke dans
partij in de Soos, doch tijdig te bed, ook in verband
met onze thuiskomst de volgende dag.
Pajakoemboeh daarheen voert, werd de bewolking
zo zwaar, dat het in verband vliegen met zes vlieg
tuigen een onmogelijkheid werd en de formatie
uiteen spatte. We waren toen op 3000 m. hoogte.
Het leidende vliegtuig met één volgeling klom
door de wolken tot 4200 m., vloog daarna aanvan
kelijk op die hoogte, er boven, en later op lagere
hoogte er onder, volgend de bepaalde koers, pikte
zeer toevallig na een uur nog een der overige vlieg
tuigen op, kreeg om ongeveer 11 uur weer verband
met herkenbare oriëntatiepunten op de grond en
kwam om 1 uur 20 te Lahat aan.
Een ander tweetal ging onmiddellijk na het uiteen
vallen van de formatie omlaag teneinde het ver
band met de grond op te nemen, hetgeen gevonden
werd, zeer laag vliegende, bij Kotabaroe aan de
Bantang Hari (Djambi-rivier). In het heuvelig ter
rein tussen het Barisan gebergte en de Boekit Tiga
Poeloeh was deze stroom met zijn vriendelijke,
gecultiveerde, en met de omringende wildernis
scherp contrasterende boorden onder deze slechte
weersomstandigheden een goede gids voor tot
1 oktober: Lahat - Bandoeng
Luchtvaarders schijnen iets te hebben van de zee
man: altijd blij om uit te varen, doch niet minder
opgeruimd bij thuiskomst. Zeer opgewekt stapten we
dan ook bij zonnig weer in onze parachute en in het
vliegtuig voor de laatste etappe, die ons, meest over
bekend en zeer gemakkelijk herkenbaar terrein,
Bandoengwaarts voerde. Een beetje mist. enkele wol
ken, wat heiïgheid en een verdwaald regenbuitje, en
daarna stonden we om half twaalf op Andir, om de
tocht met een koele dronk in de Mess te besluiten.
Per vliegtuig was 23 uur gevlogen en ongeveer 3600
km. afgelegd, zonder noemenswaardige storingen.
Interessant waren nog de proeven voor en na de tocht
door de vliegmedicus op de vliegers genomen be
treffende hun algemene fysieke toestand. De resulta
ten wezen uit, dat die praktisch gesproken dezelfde
was gebleven (bij sommigen was zelfs vooruitgang te
constateren), hetgeen schijnt te bewijzen, dat een ste
vig vliegtochtje gecombineerd met de nodige danspar
tijtjes een gunstige invloed op het fysiek uitoefent.
12