een SAAB-32 Lansen. Als we afrit 111 opdraaien vliegt een SAAB-39 Gripen over de stad op finals voor Malmen. Zó wordt de militaire vliegbasis met civiel medegebruik ook wel genoemd. Net zo dicht bij de stad, maar dan aan de oostkant van Linköping ligt nog een vliegveld. Dat doet voorna melijk dienst als fabrieksveld voor SAAB. Een Fokker-50 op het platform verraadt ook enig parti culier medegebruik. Als we enkele dagen later onze tocht richting Stockholm vervolgen, zien we nog meer sokkels langs de weg. Een SAAB-35 Draken, een SAAB-37 Viggen en zelfs een SAAB-340 verkeers vliegtuig. Wie het over Linköping heeft, heeft het over SAAB. En over vliegtuigen. Het is hier waar de Zweden met hun vliegerij begonnen. Op Malmen. Aan de Carl Cederströms gata bij de vliegbasis heeft de Zweedse luchtmacht een zeer informatief muse um opgezet. We laten de presentatie van wat we daar zien op ons inwerken. De historie van de mili taire luchtvaart in Zweden komt hier helemaal tot leven. Een van de grootste Malmen is een soort 'kamp van Zeist'. Het militair gebruik van het terrein gaat terug tot ver in de 16e eeuw. De Fransman Legagneux maakte in juni 1909 op Ladugardsgarde in Stockholm de eerste gemoto riseerde vlucht boven Zweden. Maar de Zweden zelf vliegen pas in juni 1911 voor het eerst. Die eer valt te beurt aan de eerste gebrevetteerde Zweedse vlie ger baron Carl Cederström. Het spektakel vindt plaats op Malmen. Vanaf dat moment is de vliegerij op Malmen, nu dus de vliegbasis Malmstatt dage lijkse kost. Met zo'n 66 geëxposeerde vliegtuigen en helikop ters hoort het Flygva pen museum bij een van de grootste in Europa. Buiten staan 16 vliegtuigen waarvoor binnen geen plaats is. De andere 50 vlieg tuigen en helikopters zijn ondergebracht in twee aan dc kopse kant tegen elkaar gebouwde hallen. De eerste hal is in 1984 opengesteld voor het publiek. De aanbouw van de tweede hal werd vijf jaar later opgeleverd. Buiten staat een sterk staaltje SAAB's opgelijnd. Bij een aantal daarvan gaat het om prototypen. Er staan ook enkele klassiekers uit de naoorlogse jaren, zoals een Hunting-Percival Pembroke, een Vickers Varsity, een Consolidated Catalina en een Douglas Dakota. De kisten zijn helaas niet onaan tastbaar voor de invloeden van het noordse klimaat. Vooral de wisseling van zomer- en watertemperatu ren zijn fnuikend voor de uitstraling van de buiten expositie. Bij de Catalina fladdert de linnenbespan ning op de vleugels en de ailerons. Aan de staart kun je dwars door het hoogteroer kijken. Bij de Dakota, waar boven op de cockpit een bijna echte uil staat ter afschrikking van ander gevogelte, is het richtingsroer om dezelfde reden in de werkplaats beland. Chronisch gebrek aan ruimte De beide hallen bieden de verzamelde artefacts een betere bescherming. Maar daar kampt het museum met een ander probleem: een chronisch ruimtege brek. De eerste hal wordt doorsneden door een mid denpad waarlangs links en rechts vliegtuigen dwars in de looprichting staan opgesteld. Ook achterlangs aan beide zijden van de hal zijn een derde en vierde rij van vliegtuigen te bekijken. Ze staan zó dicht bij elkaar dat de vleugels elkaar overlappen. De vlieg tuigen daarachter staan met de staart tussen de vleugels van de vliegtuigen in de rijen langs het middenschip. In de aangebouwde hal is per vlieg tuig wat meer ruimte beschikbaar. Maar ook daar houdt het niet over. Er wordt groot restauratiewerk gedaan aan de SAAB-18B en aan een replica van de Caproni-313. Dat geeft veel ruimtebeslag. Door gebrek aan ruimte komen de kisten niet goed tot hun recht. Zo is de Junkers-86, waarvan nergens anders ter wereld een exemplaar bestaat, een meter of wat omhoog gekrikt. Dat biedt desondanks geen Door chronisch ruimtegebrek komen de kisten niet goed tot hun recht, foto: Loe Baltussen 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2006 | | pagina 17