Later wordt de order nog eens uitgebreid met 16 vliegtuigen en in april 1941 volgt nog een opdracht voor 14 Ca.313's torpedo bommenwerpers. Er is geen oorspronkelijk exemplaar van de Ca.313 bewaard gebleven. De Caproni's die van 1940 tot 1945 in Zweden hebben gevlogen, krijgen al snel het predikaat: 'onbetrouwbaar'. De fabriekskwali- teit is de oorzaak van veel ongevallen. De vleugelop hanging blijkt niet sterk genoeg voor duikvluchten, maar daar is het vliegtuig dan ook niet voor gemaakt. Later is een groot aantal modificaties aan gebracht waardoor de vliegeigenschappen aanmer kelijk zijn verbeterd. In het najaar van 1940 doet Italië een aanbod van 60 Reggiane Re.2000 Falco 1 jagers. Tegen die tijd hebben de Zweden nauwelijks nog iets te kiezen en accepteren het aanbod snel. De Re.2000's hebben dienst gedaan van 1941 tot 1945. Daarnaast leveren de Italianen nog eens 72 Fiat CR.42bis Falco's. Die hebben van 1940 tot 1945 in Zweden gevlogen. Bij elkaar hebben Duitsland en Italië tijdens de oorlog bijna 600 vliegtuigen aan Zweden geleverd. De ironie daarvan is dat Zweden vooral dankzij de omvangrijke leveranties uit deze landen de slagkracht van zijn luchtmacht op sterk te heeft kunnen houden en daardoor in staat is geweest haar neutraliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog te handhaven. Geïnterneerde vliegtuigen Anders dan tijdens de Eerste Wereldoorlog in het neutrale Nederland, worden in Zweden gelande Samen met een Hawker Hart herinnert deze Zweedse Gloster Gladiator Mk.II in Finse outfit aan de ondersteuning die Zweden aan Finland heeft gegeven tijdens de Winter Oorlog met de Sovjet-Unie in 1939-1940 foto: Loe Baltussen vliegtuigen van de oorlogvoerende staten maar mondjesmaat geïnterneerd. Als ze nog vliegwaardig zijn worden ze na enige tijd teruggegeven. Van de 343 tijdens de oorlog in Zweden gelande of gecrash te vliegtuigen komen slechts elf Duitse, waaronder de zes eerder genoemde Storch's en vier Ameri kaanse P-51 Mustangs, na onderhandeling en be taling bij de Zweedse luchtmacht terecht.3 Hoewel de V.S. de eerste zijn die de export van vliegtuigen naar Zweden aan banden leggen, zijn het ook de Amerikanen die tegen het einde van de oorlog nog meer P-51 Mustangs aan Zweden kunnen leveren. Ze zijn afkomstig uit surplusvoorraden van Amerikaanse vliegtuigdepots in Europa. Zweden aarzelt geen moment. De vliegtuigen worden in 1945 tegen een zacht prijsje overgenomen. Eigen productie Naast deze leveringen heeft Zweden vrij snel na het Amerikaanse wapenembargo maatregelen getroffen om in eigen land vliegtuigen te produceren voor nog eens vijf nieuwe fighter wings. In 1942 ontwerpt luchtvaartingenieur Bo Lundberg in minder dan geen tijd een van origine geheel Zweeds vliegtuig. De productie in eigen land wordt echter belem merd door gebrek aan speciale machines en gereed schappen. Die moeten uit het buitenland komen en ook dat levert de nodige problemen op. Ondanks het aan SAAB verleende exclusieve recht om vlieg tuigen te bouwen wordt er zelfs een geheel nieuwe fabriek opgezet: de Koninklijke FFVS4 op het vlieg veld Bromma bij Stockholm. Er worden in een gigantisch tempo 200 J22 jachtvliegtuigen in twee versies gebouwd. De vliegtuigen hebben dienst gedaan van 1943 tot 1952. SAAB-De Schelde Als Linköping de stad is van de SAAB vliegtuigfa brieken. is het niet vreemd dat SAAB ook in het Flygvapenmuseum aldaar zowel binnen als buiten een respectabele expositieruimte inneemt. Een nog in Nederland gebouwde SAAB-91B Safir valt dan ook onmiddellijk op. En niet alleen omdat door ruimtegebrek slechts de romp staat opgesteld. Het florerende SAAB bedrijf in Linköping heeft in 1951 zelf geen capaciteit meer om een order van 75 Safirs voor de Zweedse luchtmacht te realiseren. Daarom besluit men om de productie uit te beste den aan de Afdeling Vliegtuigbouw van de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Dordrecht. In de jaren daarna volgen nog meer orders. In 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2006 | | pagina 20