deel van de nationale expositie. Het Avinor
Museum dat slechts een technisch personeelslid
kent, is een onderdeel van de Noorse civiele lucht
vaart autoriteit. Het LMU als wel het AM dragen
jaarlijks financieel in de kosten van huur van expo
sitie ruimte, marketing en educatie. Het Norsk
Luftfartsmuseum dat in de nieuwe opzet zijn
oorspronkelijke naam heeft behouden, telt 25
personeelsleden. In een convenant is vastgelegd
dat de externe belangen van het NLM en de daarin
samenwerkende musea uitsluitend worden behar
tigd door het NLM. Het NLM treedt op namens het
geheel en is verantwoordelijk voor de opzet en
uitvoering van rondleidingen, bezoekersgroepen,
public relations en marketing. Het nieuwe museum
is intussen de status van 'nationaal museum'
verleend. Als gevolg daarvan mogen de lopende
kosten worden gedekt uit fondsen in de rijks
begroting die daartoe worden vrijgegeven.
Vrij wi 11 ige r s
Net als bij al die andere luchtvaartmusea het geval
is. is het echter ondenkbaar dat het NLM zou kun
nen bestaan zonder de belangenloze medewerking
van ruim 350 vrijwilligers. Zij maken als groep deel
uit van de Bodo Luftfartshistoriske Forening (BLHF -
De driemotorige Jutikers-52/3tnW is het grootste vliegtuig in
het museum. Deze watervliegtuigen zijn elke zomer nog tot
1958 in Noorwegen ingezet op geregelde luchtlijnen
foto: Norsk Luftfartsmuseum
Luchtvaarthistorische Vereniging Bodo). Het muse
um biedt onderdak aan de Restauratie Groep van de
BLHF. De BLHF heeft in het museumgebouw en in
een aangrenzend gebouw daarbuiten zo'n 500 m2
vloeroppervlak in gebruik. Daar zijn werkplaatsen
ingericht voor hout- en metaalbewerking, instru
menten, modellen en een werkcentrum voor
aanmaak van nieuwe onderdelen. De Restauratie
Groep staat onder leiding van een financieel
beheerder van het Norsk Luftfartsmuseum die
verantwoordelijk is voor werving en uitbreiding van
de collectie en voor het preserveren en restaureren
van vliegtuigen en onderdelen. Nieuwe stukken
worden geregistreerd, gepreserveerd en opgeslagen
voor later gebruik bij verschillende projecten of
worden in de tentoonstelling opgenomen. De
meeste leden van de Restauratie Groep zijn beroeps
matig werkzaam geweest bij de Noorse luchtmacht.
De overige vrijwilligers van de BLHF verrichten tal
van andere onbetaalde werkzaamheden. Sinds de
oprichting heeft de BLHF al vele duizenden uren
besteed aan werk voor het museum.
Onderzoek
In het museum wordt veel werk gemaakt van
historisch onderzoek. 'Want luchtvaarthistorie in
Noorwegen is. anders dan andere onderzoeks
gebieden. nooit diepgaand onderzocht', laat
museumdirecteur Sven Scheiderbauer weten. Het
Norsk Luftfartsmuseum is door de regering formeel
aangewezen als het enige instituut dat verantwoor
delijk is voor onderzoek, vastlegging en behoud van
de nationale luchtvaarthistorie. Voor onderzoek
staan een omvangrijke archief en een bibliotheek
ter beschikking. Daarnaast zijn er nog een foto sec
tie en opslagruimten in het museum. Ook daarbij
zijn vrijwilligers van de BLHF betrokken. Directeur
Sven Scheiderbauer vindt nationaal luchtvaarthisto-
risch onderzoek wetenschappelijk een van de
belangrijkste doelstellingen van het museum. Om
meerdere redenen. 'Als onze bronnen worden
gebruikt voor onderzoek van een bijzonder aspect
uit de luchtvaartgeschiedenis van ons land, mag
worden verwacht dat het onderzoek ons zelf ook
wat oplevert, bijvoorbeeld in de vorm van kennis'.
19