De Chinook zware helikoper is vanaf de tweede helft van de jaren negentig zeer belangrijk voor onze expeditionaire mogelijkheden verandering richting een expeditionaire macht. Alom werd de omvang verminderd, maar namen de taken toe. Ook aan Soesterberg gingen deze veranderingen niet voorbij. Het luchttransport squadron verhuisde naar Eindhoven, waar het met nieuwe, grote transportvliegtuigen werd voorzien. Zoals gezegd, verdween ook het Amerikaanse 32 Squadron, maar de squadrons van de Groep Helikopters werden gemoderniseerd en geschikt gemaakt om samen met de Luchtmobiele Brigade van de landmacht op te treden. De ruim 100 lichte helikopters werden vervangen door 30 transport- en 30 bewapende helikopters. Soesterberg werd vanaf 1994 de thuisbasis van de Chinook zware en Cougar lichtere transporthelikopters. Vanaf het begin speelden deze uiterst bruikbare toestellen een cruciale rol in vrijwel iedere uitzending van de krijgsmacht, met een zware druk op het personeel als gevolg. Aanvankelijk werd de aanpassing van de infrastructuur op Soesterberg opgehouden door de politieke wens om een nieuwe helikopterbasis in het noorden van Nederland te stichten. Pas nadat dit onhaalbaar was gebleken, kreeg Soesterberg zijn zoveelste metamorfose. Lang heeft men hier geen plezier van gehad, want - zoals gezegd - eind dit jaar of uiterlijk begin 2008 verhuizen de transporthelikopters naar Gilze-Rijen, waar dan het hele Defensie Helikopter Commando zal worden geconcentreerd. Vorig jaar september besloot staatssecretaris Van de Knaap dat de hangars en het monument op de juiste lokatie van de oorspronkelijke vliegheide niet zullen worden afgestoten aan de Provincie Utrecht, maar behouden blijven voor het nieuwe Defensiemuseum, waarin het Luchtvaartmuseum van Kamp van Zeist zal opgaan. Op die manier wordt een inhoudsvolle bestemming gegeven aan het stukje Nederland waar de luchtvaart geschiedenis begon en waar de Koninklijke Luchtmacht haar doden herdenkt en allerlei feestelijke plechtigheden viert. 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2007 | | pagina 16