05.10.06 aan te komen. Vier maanden later volgt de voorlopige bevestiging van ontvangst bij het Finse museum. Het deelproject Bovenvleugel is eind 2002 bij de houtbewerking van het MLM ondergebracht. In de loop van 2004 dreigt stagnatie omdat de vleugel en de rolroeren bij elkaar moeten gaan passen en er van de ailerons twee uitvoeringen bekend zijn: een met vlakke en een met bolle onderzijde. Op basis van dan bekende gegevens (vooral foto's) wordt besloten de onderzijde vlak te laten maken, aannemende dat alleen de C.X-Hispano de bolle uitvoering had. De vleugel wordt hierop afgestemd en de beschikbare tekening van de bolle aileron zal worden aangepast zodat ailerons met platte onderzijde kunnen worden gemaakt. Overleg over het aanpassen van de tekening leidde medio juli 2005 tot het besluit over te gaan op de uitvoering met bolle onderzijde, die zoals dan blijkt, de juiste moet zijn voor de beoogde versie C.X (serie van 16 voor LVA). Overgang naar die uitvoering op dit moment zou voor het vervolg van de bouw van de bovenvleugel geen nadelige gevolgen hebben en de beschikbare ailerontekening zou direct bruikbaar zijn. Het bepalen van de noodzakelijke aanpassing van de aileron-inham blijkt enige tijd later in eigen beheer mogelijk te zijn met behulp van een tekenprogramma waarmee de houtbewerker, die dan nieuw is aangenomen, kan omgaan. Begin 2006 wordt een oplossing gevonden om enige continuïteit in de bouw van de bovenvleugel te kunnen bereiken en er wordt voortvarend gewerkt door vooral een vrijwilliger en een free-lance houtbewerker. Sinds eind 2005 bestaat uitzicht op levering van de nodige vleugelbeslagen op basis van schetsen en naar Finse voorbeelden via VTOC: de leveringen vinden plaats medio april en juli (voor de ondervleugels) en rond 1 december 2006 voor de bovenvleugel. Daarnaast vindt overleg plaats en worden tekeningen gezocht om de juiste plaatsing van de beslagen te kunnen bepalen: medio november is het - bruikbare - resultaat in schetsen vastgelegd. Ook tekeningen van mallen voor het samenlassen van beslagen worden (als mosterd na de maaltijd) gevonden, maar kunnen nog dienen voor de plaatsing en controle van de beslagen. Gevonden afwijkingen van de beslagen worden deels nu geaccepteerd en overigens t.z.t. gecompenseerd in het baldakijn en de spandraden. Inmiddels wordt duidelijk uit de inventarisaties dat er een condensor in de bovenvleugel hoort te komen, maar nog niet hoe deze wordt bevestigd en welke voorzieningen hiervoor in de vleugel nodig zijn. Er hoort ook een "hyschinrichting" te komen en "hyschbeslag" op de voorligger, waarvan geen details bekend zijn. Versterkingen in de achterligger moeten worden gecorrigeerd voor het aanbrengen van beslagen voor de aileronbediening, hetgeen nog mogelijk blijkt. Het werk aan de bovenvleugel vordert overigens goed. Het bepalen van plaats en vorm van gaten in de ribben voor de stangen van de aileronverstelling is deels gedaan: dit gebeurt m.b.v. eerder genoemd tekenprogramma op basis van tekeningen van de vleugel en de aileron en aanwezige (wrak)delen van de Finse aileronbesturing. De maximale roeruitslagen worden gezocht en uiteindelijk voor de Finse uitvoering gevonden. Op deze manier worden ook de aileron lagerarmen en de versterkingen voor de ribben waaraan deze moeten worden bevestigd geconstrueerd, hoewel het tekenprogramma hierbij geen soelaas biedt. Dit werk is tijdrovend en vraagt veel van de huidige, hierin onervaren deelnemers, maar het is een van de aantrekkelijkheden van het project: als iemand met vaardigheden op dit gebied aan het project zou komen meewerken zou dat van onschatbare waarde zijn. Het deelproject ondervleugels bij het MLM stagneert in 2005 nog steeds door het ontbreken van informatie over bommenrekken, elektrische leidingen en van de beslagen voor de N-stijlen. Allemaal zaken die gerealiseerd moeten worden vóórdat men tot bekleden kan overgaan. Men ziet hier een mogelijkheid om het bekleden onder leiding van een ervaren bekleder onder de knie te krijgen: voor het MLM een onmisbaar vak met het oog op onderhoud en restauraties in eigen beheer. Er is in 2005, mede als gevolg van het ontbreken van de nodige informatie geen voortgang. In 2006 ontstaat er een nieuwe situatie: de bekleders bij het VTOC raken door het uitvoerbare werk heen. Per 1 maart zijn hoogteroer en stabilo bekleed, gedoped en nagenoeg gereed. Vervolg zou kunnen zijn voorbereiding van het bekleden van de romp, maar die is daar nog niet klaar voor. Ook richtingroer en kielvlak zijn nog niet gereed voor bekleden. Een mogelijkheid kan zijn het bekleden van een ondervleugel, zodra de 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2007 | | pagina 22