Automobielen Achter de historische Dakota, maar eigenlijk is het een C-47B Skytrain, staat een grote camerawagen van de Deense televisie uit de jaren '50. En een kwartslag gedraaid staan langs het eerste straalverkeersvliegtuig in Denemarken, een prachtige Caravelle-IIl, automobielen uit de tijd van de wederopbouw na de oorlog: Volvo kattenrug, SAAB, Ford Prefect, Fiat-600, Opel Olympia en een VW Kever met brilletje en richtingaanwijzers. Maar met de luchtvaartcollectie heeft dit hoegenaamd niets meer te maken. Afgezien misschien van hun technologische ontwikkeling die gericht is op mobiliteit en deels van gelijke aard zijn als het gaat om motorkracht en voortstuwing. Ver boven dit alles uit hangen de vliegtuigen uit de oertijd van de Deense luchtvaarthistorie. Ellehammer In de expositie staan twee Ellehammers. De uitvinder Jacob Christian Ellehammer is in 1906 voor de Denen de eerste vlieger in Europa. In september 1906 maakt hij met zijn tweede vliegtuig op het eiland Linholm weliswaar een vlucht op enkele voeten hoog. maar wel 42 meter lang. Helaas staat zijn vlucht nergens als zodanig geregistreerd. Onder de vleugels van het grootste vliegtuig in de collectie, een PBY-6A Catalina amfibie is een werkplaats ingericht. Daar wordt een replica gebouwd van een Friedrichshafen FF.49C. Deze tweemotorige tweezitter van Duitse origine dateert uit 1917 en is door de toenmalige Deense luchtmacht ingezet als verkenningsvliegtuig. In totaal zijn 240 van deze vliegtuigen gebouwd voor de luchtmachten van Duitsland, Finland, Polen en Denemarken. Ambivalentie Al met al laat de luchtvaart expositie zien dat er iets ontbreekt. Of misschien ook juist niet. Het is maar hoe je 't bekijkt. Er is de afgelopen jaren veel uit de permanente expositie gehaald. Daarvoor in de plaats is het restant aan automobielen ingebracht uit de vroegere collectie van het technisch museum. In museaal opzicht geeft het beleid echter ook ruimte aan opvang en inbreng van vliegtuigen die andere musea van de hand moesten doen. Een zekere ambivalentie als het gaat om collectiebeheer en behoud. Maar het erfgoed dat de collectie juist zo boeiend maakt, blijft op afstand voor het publiek. Waar men echt trots op mag zijn staat in Helsingor onopvallend in een hoek. Of het hangt hoog aan het plafond. Je kunt er alleen maar naar kijken. Het blijft indrukwekkend, zo'n Sikorsky S-55C. Destijds in gebruik als vliegend reddingsplatform bij het 722 Eskadrille foto: Loe Bal tussen 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2007 | | pagina 37