Pander
in gebruik genomen en brak er een broederstrijd om
Valkenburg uit. Begonnen als luchtmachtbasis werd
het tot 1 januari 1950 uitgeleend aan de marine.
Uiteindelijk kwam de marine in 1953 in het
definitieve bezit van wat vanaf dat moment MVK
Valkenburg is gaan heten.
Het boek beschrijft verder in een onderhoudende stijl
de hoogte- en dieptepunten van het MVK. echter bij
het behandelen van de opheffing van Valkenburg
wordt alleen het officiële regeringsstandpunt
weergegeven, zonder ruimte te bieden aan andere
meningen zoals van de MLD zelf.
In het boek komt een prachtige foto van de Breguet
Atlantic 255 voor. Dit toestel is echter niet op 15
oktober 1981 in de Ierse Zee neergekomen zoals in
het boek wordt vermeld, maar op 15 januari 1981 in
de Atlantische Oceaan (met dank aan Theo Postma).
Dit boek zal door zijn wijze van beschrijven en de
vele foto's ongetwijfeld een groot publiek aanspreken.
Dit boek doetje eveneens beseffen, dat niets eeuwig
is. Het tijdperk van de vliegende marine is hiermee
afgesloten.
Terg mij niet is verkrijgbaar in de museumshop 'De
Brik' van het Militaire Luchtvaart Museum, maar ook
kunt u het boek bestellen door overmaking van
18,50 (incl. verzending) op postgiro nr. 2567434
t.n.v. Korbee-promotie:MLD te Rijnsburg onder
vermelding van: Boek MVKV en uw postadres.
Hans Berfelo
Harm J. Hazewinkel, Pander. Een Haagse vliegtuigbouwer.
Uitgegeven door All Media Productions, Hilversum.
ISBN 978 90 808868 3 4. Formaat 27 x 20 cm,
144 pagina's met ruim 175 zwart-wit foto's, waarvan
vele nog niet eerder zijn gepubliceerd. Het boek is
gebonden in een slappe vier-kleuren omslag.
Rond Den Haag en ver daar buiten is de
meubelmakerij Pander decennia lang een begip
geweest. Vanaf het midden van de negentiende eeuw
tot eind twintigste eeuw heeft de Firma Pander
menig woonhuis ingericht. Pander was een bekende
naam en vele inwoners uit de Haagse regio zijn met
Pander meubelen
opgegroeid. Alhoewel de
fabriek en de winkel al
geruime tijd zijn gesloten,
is de naam Pander nog
steeds niet vergeten.
Het is echter weinig
bekend dat Pander tussen
1924 en 1934 ook
vliegtuigen heeft gebouwd.
Begonnen als "tijdverdrijf voor een oud-Pander
directeur en zijn zoon, werden met meer of minder
succes 38 vliegtuigen gebouwd. De bouw van deze
vliegtuigen speelde zich voornamelijk af op de
bovenverdieping van de meubelfabriek. Dit was toen
bijzonder praktisch, want de vliegtuigen waren van
hout en op de verdiepingen eronder werkten
vakbekwame houtbewerkers. In stille tijden sprongen
de houtbewerkers van de afdeling vliegtuigbouw bij
in de meubelmakerij.
Pander bouwde voornamelijk éénmotorige
sportvliegtuigen en zweefvliegtuigen. Ondanks de
opkomende sportvliegerij betrof het maar een kleine
markt; de concurrentie uit het buitenland bleek
uiteindelijk te groot. Beginjaren dertig van de vorige
eeuw werd naar aanleiding van een idee van de
luitenant van de LVA Dick Asjes, voor een snelle
postverbinding met Nederlands Indië gebruik te
maken van speciaal daarvoor ontworpen
postvliegtuigen, door Pander een ontwerp van zo'n
vliegtuig gemaakt (S.4).
Eind 1933, begin 1934 werd met de Postjager de
eerste en enige retourvlucht naar Indië gemaakt,
doch de resultaten waren niet echt positief. In 1934
werd met het vliegtuig, nu geheten de Panderjager,
meegedaan aan de Melbourne Race. Maar het toestel,
bemand door Geysendorffer, Asjes en Pronk werd
achtervolgd door pech. Bij de landing op Allahabad
klapte tijdens de landing de linkerwielpoot in,
waarbij enige schade ontstond. Na reparatie raakte
het toestel bij de start een ambulance, waarna het
houten toestel volledig uitbrandde.
Pander dacht de S.4 als dagbommenwerper of
langeafstandsverkenner aan de LVA te verkopen. Dat
is er echter niet meer van gekomen.
Harm Hazewinkel als historicus kennende, verbaast
het niet, dat hij ieder type Pander-vliegtuig zeer
gedetailleerd heeft beschreven. Van ieder toestel
wordt de geschiedenis gegeven en van een aantal
41