Restanten van de Fokker T.V 853 van de BomVa Schiphol Nederlandse vliegtuigen aanwezig of stonden in de gecamoufleerde opstelplaatsen. Ook hadden de Duitsers de locatie allang door de radiocontacten uitgepeild. Eveneens heeft het feit. dat de parachutisten te ver van het veld waren neer gekomen een grote rol gespeeld. Ook waren er spionnen aan het werk geweest. Een bewoner van een naast het vliegveld gelegen boerderij had op zijn erf een man met een fiets betrapt. Hij beweerde, dat hij een KLM piloot was en dat hij overspannen was. Zijn arts had hem voor geschreven veel te gaan wandelen in de duinen en het strand. Tijdens de bezetting bleek de man lid te zijn van de NSB en had waarschijnlijk voor de bezetter gespioneerd. Ook hadden andere subversieve personen getracht aan de vooravond van de 10e mei het personeel van de Ille Verk.Groep goed aan de drank te krijgen. Sergeant-vlieger van der Poest Clement verklaarde later hierover: "Op 9 mei was er een verplichte feestavond; we vonden er niets aan. Het was, zoals achterafis gebleken, een stunt van de NSB, met de bedoeling ons zat te maken. Dit is hen wel gelukt op Waalhaven; de vliegers waren stomdronken, toen de Luftwaffe verscheen, maar ze zijn tóch opgestegen! Hoe dit kon? Lt.kol. FA. van Heyst, onze commandant van de luchtmacht, was een NSB-erZo ging dat bij onze luchtmacht. Note G.v.Huizen: de vliegers waren niet dronken, wel het overige personeel) De enige verklaring, die gegeven kan worden voor het feit dat vliegveld Ruigenhoek nooit werd gebombardeerd is, dat de Duitsers het uit de lucht nooit hebben künnen vinden. Geen gebouwen, geen landingsbanen, waaruit afge leid kon worden, dat het om een vliegveld ging. Uitstekend gecamoufleerde opstelplaatsen van de vliegtuigen en de goed uitgevoerde camouflage van de op 10 mei gestrande Fokker T.V bommenwerper. En natuurlijk het geniale plan om de sloten te dem pen en te voorzien van teer en olie, zodat het toch nog sloten leken. Zelfs op geringe hoogte was dit nóg misleidend, gezien het feit, dat twee D.XVH's op het veld hierdoor crashten. De vliegers en waarnemers hadden zeer zware dagen achter de rug. zij voelden zich geen helden. Zij moés ten het opnemen tegen een grote overmacht van de vijand, die vloog met veel modernere en snellere vliegtuigen. Zij hebben de opdrachten uitstekend uit gevoerd en de verliezen bleven tot een klein aantal beperkt. Ook het inzicht en de goede vliegkwalitei- ten van de vliegers speelden een grote rol; zij hadden het immers bedacht, dat zo laag mogelijk vliegen in die situatie het beste was om ongeschonden uit de strijd te komen. De commandanten van de vliegtui gen, de waarnemers, waren toch ook geheel afhanke lijk geweest van deze vliegkwaliteiten. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2007 | | pagina 14