STALEST
Het Zwaantje zoals het er een aantal jaren geleden uitzag
Daarna bleef het vreemd genoeg tot 1 oktober 1954
stil in de Soester Courant. Maar toen was het ook
raak. In een voorpagina-artikel onder de kop "Te
veel gevergd" werd fikse kritiek geuit op wat de
commentator zag als een extreem volgzame hou
ding van Nederland, in vergelijking met de opstel
ling van andere Europese landen.14 De krant: "Zijn
wij niet te grif in het toegeven aan die Amerikaanse
eisen? Zo is bekend geworden, dat op het vliegveld
in onze gemeente een detachement van de
Amerikaanse luchtmacht zal worden gestationeerd.
Waarom? Zijn onze eigen jongens niet bij machte
dat werk te doen? Hebben wij daarvoor een
"Amerikaanse bezetting" nodig? De vraag mag
ook worden gesteld, of hier niet een te groot bewijs
van onze bondgenootschap wordt gevraagd in vre
destijd. En of nu de tijd niet is gekomen om weer
een zelfstandige politiek te voeren, die vriendschap
zoekt, en houdt met de grote Westerse buurman,
maar die daarentegen diezelfde vriend goed duide
lijk maakt, dat men van ons niet het uiterste moet
vergen. Al te goed is nog altijd buurmans gek."15
De buurman zelf, in de Soester Courant van 12 okto
ber collectief omschreven als "Communisten", ging
tot actie over. Op de Birkstraat, de
Soesterbergsestraat en de Van Weerden
Poelmanstraat werd met krijt "Ami Go Home" en
"Geen H-Bom maar Vrede" gekalkt. "Dit zijn leuzen,
waarmede men ook in Duitsland en Frankrijk tegen
de Amerikanen werkt", aldus de krant. Op dat
moment waren er al Amerikaanse kwartiermakers
en verkeersleiders op de basis aanwezig: de hele
zaak was in kannen en kruiken en geen enkel pro
test, lokaal of nationaal, kon daar nog iets aan ver
anderen.
Op 15 oktober verschenen er positievere geluiden in
de Soester Courant. Men begon hoopvol te speculeren
over de betekenis van de komst van de Amerikanen
voor het eigen dorp. Daarbij was het marxistisch-
filosofische, cultuurpessimistische discours uit de
jaren dertig rond de Verenigde Staten als een door
de massamedia beheerst kapitalistisch bolwerk van
culturele vervlakking en geestelijke armoede - in
de cultuurhistorische literatuur getypeerd als (eli
tair) "anti-Amerikanisme" - opvallend afwezig. Ook
over het Amerikaanse systeem van rassenscheiding
hoorde je in die tijd in Nederland weinig tot niets,
dus waarom zouden ze zich daar dan in
Soesterberg druk om maken. De strijd van ouderlin
gen en pastoors tegen de "uitwassen" van de
Amerikaanse cultuur, vooral film, dans en muziek,
had niet het gewenste effect gesorteerd. Het argu-
22