ment dat het in de verduisterde bioscoop- en dans zalen zou komen tot moreel laakbare handelingen was eerder een aanbeveling geweest. In de gemeen teraad van het toch over het algemeen godvrezende Soest werd niet één aparte vergadering aan de komst van de Amerikanen gewijd, en als het wel ter sprake is gekomen, dan zijn daar geen notulen van bewaard gebleven. Omdat de ingang van het Amerikaanse kamp aan de kant van Den Dolder zou komen, realiseerde de Soesterbergse middenstand zich dat de concurren tie daar wel eens onevenredig van zou kunnen pro fiteren. Tot veler opluchting werd al snel bekend dat er op CNA zelf taxfree winkels zouden komen, zowel voor de dagelijkse boodschappen, vers inge vlogen en via de zogeheten Commissary verkrijg baar, als de meer duurzame spullen. Het doel was self supporting te zijn, net zoals dat op alle Amerikaanse bases in het buitenland het geval was. "Wellicht dat er een kleine smokkelhandel in die goedkope waren te verwachten is," schreef de Soester Courant. "De tijd zal verder leren of het verblijf der militairen nog andere consequenties oplevert," zo besloot de krant op 15 oktober 1954. In ieder geval stond een goede verstandhouding van de Amerikanen met de burgerbevolking voorop. Over overlast zou meteen op de juiste niveaus gecommuniceerd worden. Niemand kon zich nog voorstellen wat een ongehoorde herrie die hyper moderne supersonische straaljagers zouden gaan maken in het eens zo vreedzame territorium van de heidevogels. Om over de sociale en culturele impact van de hele onderneming nog maar te zwijgen. "Kauwgum kauwen" konden we immers al, zoals de gelegenheidsdichter van de Soester Courant had opge merkt. Wat viel dan nog wel te leren van die grote kinderen met hun Colgate-smiles en hun stemmen die onder alle omstandigheden zo hard waren dat het leek of ze zich voortdurend over imaginair ach tergrondgeluid heen verstaanbaar wilden maken? Drie weken later verschenen er in de landelijke dag bladen krantenkoppen in de trant van "Soesterberg blijft Nederlands", bij het nieuws dat Nederland het bevel ging voeren over de Amerikaanse eenheid. De Soester Courant reageerde er quasi verbaasd en tege lijkertijd licht superieur op: "Waarom zou Soester berg niet meer tot Nederland en tot Soest behoren? Omdat er een paar honderd Amerikanen mogen verblijven? Nee, als men een goede krantenkop wil hebben, moet men wachten tot men kan schrijven "Soesterberg blijft bij Soest en wordt niet door Zeist geannexeerd."16 Al vóór de komst van de Amerikanen had een actie comité in Soesterberg zich ingespannen voor een boulevard langs de vliegbasis, om dagjesmensen te trekken. De eerste autosnelweg, in 1954 geopend, tussen Utrecht en Amsterdam, was een attractie op zich in het nog pretparkarme land (alleen Madurodam en Efteling) en lag gunstig voor een omweg langs Soesterberg. Camp New Amsterdam maakte het uitstapje helemaal aantrekkelijk: daar zaten onze bevrijders die voor onbepaalde tijd ook nog eens bereid waren ons te beschermen tegen het nieuwe gevaar uit het Oosten, vanaf 1955 officieel aangeduid met de onguur klinkende naam Warschaupact. Nederlandse (muziek)les Wat stond de Amerikanen hier te wachten? Nederland was materieel redelijk snel opgekrabbeld na de Tweede Wereldoorlog dankzij de financiële injectie via het Amerikaanse Marshallplan en de nationale karaktertrek vlijt.17 Nederland had echter ook een politieke en economische dreun gekregen door het verlies van Nederlands-Indië. Daarop was de eerste grote postkoloniale migratiegolf gevolgd. Deze nieuwe inwoners hadden de populaire Amerikaanse muziek al in Indië leren kennen en naspelen, in de tijd dat de Amerikanen op de Filippijnen zaten en uitzonden via sterke radiosig nalen. Het gaf ze een duidelijke voorsprong dat ze er al zoveel feeling mee hadden.18 Binnen twee jaar na de komst van de Amerikanen naar Soesterberg raakte ook autochtoon jong Nederland in de ban van de nieuwe Amerikaanse muziek. Zover was het in november 1954 nog niet. Als je de radio aanzette, hoorde je bij de nieuwste oogst van populaire liedjes kinderkoor De Karekieten met "M'n moeder's verjaardag". De Straatzangers met "Een zeemanshart" of Mieke Telkamp die in het Duits "Der erste Kuss" zong, begeleid door radio orkest De Aethergeuzen.19 Duo De Spelbrekers zong "De toeter van m'n scooter". Bob Scholte "Groot- vader's klok" en Toby Rix "Heer in het verkeer". De in boerenkielen gestoken Bietenbouwers onder lei ding van Boer Biet waren publiekslievelingen, met hun laagdrempelige nummers "Heija Poppeija" en "1-2-3 Potpourri". De act op klompen vertegenwoor digde het "doe-maar-gewoon" gezellige Nederland van inhaken en meezingen. Eddie Christiani's dagen als immens populaire zanger van de 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2007 | | pagina 25