Het Armamentarium te Delft
Snijders. KMA-jaargenoot en persoonlijke vriend
van Hoefer. In het museum was ook een ruimte
gewijd aan de opkomende militaire luchtvaart en
een Fokker jager maakte deel uit van de collectie. In
1940 werd besloten het Legermuseum te verhuizen
naar het Pesthuis in Leiden. Helaas was slechts een
klein deel van de collectie daar naartoe overge
bracht toen kasteel Doorwerth in september 1944
door oorlogshandelingen grotendeels werd ver
woest. Een zeer groot aantal onvervangbare objec
ten ging hierbij verloren.
Van Leiden naar Delft
In 1949 werd het Legermuseum in Leiden weer
opengesteld voor het publiek, zij het voorlopig en
beperkt. De officiële opening door Prins Bernhard
vond plaats in 1956. Schenkingen en aankopen
zorgden ervoor dat de collectie zich gestaag uit
breidde. Ook het personeelsbestand groeide. Door
op het publiek gerichte activiteiten wisten steeds
meer bezoekers de weg naar het museum te vinden.
In 1975 waren dat er zo'n 66.000. Dit record zou
pas in 2006 nipt worden overtroffen. Mede omdat
het Pesthuis dringend restauratie behoefde, viel
eind jaren zeventig het principebesluit tot verhui
zing naar Delft. Hier was in het Armamentarium,
een oud arsenaal van de V.O.C., al jaren een niet
voor het gewone publiek toegankelijk deel van de
collectie ondergebracht. In 1981 begon men met de
restauratie van dit historische gebouw. In 1984
sloot het museum zijn deuren in Leiden om die in
1987 in Delft weer te openen met een geheel nieu
we vaste expositie. In de jaren daarna volgde met
wisselend succes een keur van tijdelijke exposities
over zeer uiteenlopende onderwerpen. Het museum
ging zich ook meer richten op kinderen. Dit kwam
onder andere tot uitdrukking in de jeugdtentoon-
stelling 'Ridder Roderik, een middeleeuws avon
tuur'. Deze interactieve expositie duurde van 1998
tot november 2006 en was een eclatant succes. Op
15 maart van dit jaar opende Prinses Maxima een
waardige opvolger: 'Maurits en het Oranjegeheim'.
Wederom op interactieve wijze wordt voor jong én
oud een beeld gegeven van de Tachtigjarige Oorlog
en de rol die Prins Maurits daarin speelde. Warm
aanbevolen!
Zonnige toekomst
Gert Groenendijk heeft een duidelijke visie op 'zijn'
museum: "Wij willen een echt publieksmuseum
zijn. Het is onze taak de prachtige collectie van het
Legermuseum zo goed mogelijk te ontsluiten voor
een breed publiek. Daarom willen wij een verhaal
vertellen dat mensen aanspreekt. Maar dit betekent
niet dat je de collectie ondergeschikt moet maken
aan het verhaal om het zo veel mogelijk mensen
naar de zin te maken." Een benadering die goed
aansluit bij wat leeft binnen het MLM, dat een oude
bekende is van het Legermuseum. Eind 2000 kwa
men op initiatief van de leiding van landmacht en
luchtmacht de eerste contacten tussen beide musea
tot stand. Groenendijk: "Er is tot in 2003 heel inten
sief overlegd over een mogelijk samengaan. We had
den en hebben een duidelijk gemeenschappelijk
belang. Het Armamentarium biedt veel te weinig
ruimte en voldoet qua binnenklimaat absoluut niet
aan de museale standaards van tegenwoordig.
Hetzelfde geldt voor de behuizing van het MLM.
Daarom is indertijd een plan ontwikkeld om samen
een nieuw Nationaal Militair Museum te vestigen
op een centrale plaats in het midden van ons land.
Jammer genoeg bleken toen vooral de financiën een
bottleneck. Maar gelukkig gaat het er nu dan toch
van komen." De algemeen directeur van het
Legermuseum ziet de toekomst zonnig in. Hij ver
telt dat hij een uitstekend contact heeft met Jan
Janssen en dat zij beiden veel vertrouwen hebben in
de samenwerking: "Onze musea gaan er stevig
tegenaan. We maken er met elkaar beslist wat
moois van. Per slot van rekening moeten de
Vrienden van MLM en Legermuseum trots kunnen
zijn op het eindresultaat!"
Maurits en het Oranjegeheim
8