dat de Fury de eerste barrier in dook en op z'n neus
bleef staan.
Behalve een verbogen propeller was er niets aan de
hand. Nadat ik uit de cockpit was geklommen, zette
de dekploeg de kist vlot weer overeind en duwde
hem weg om plaats te maken voor mijn teamgeno
ten, die na mij moesten landen.
Enkele maanden later kregen wij dezelfde extra
vliegtoelage die de straaljagervliegers van de
Koninklijke Luchtmacht sinds enige tijd hadden
gekregen, en ik heb altijd getracht vol te houden
dat wij dat aan mijn 'demonstratie' hadden te dan
ken
Ltz. V.l R.J. Idzerda
Toen werd officieel besloten dat wij zouden deelne
men aan de Formatie- en Stuntcompetitie, een pri
meur in de MLD geschiedenis. Voorts werd de naam
van ons team, de '860 Aerobats' gekozen en werden
van de deelnemende vliegtuigen de motorbekappin-
gen oranje gespoten met het nummer 860 in grote
zwarte cijfers erop.
Zodra wij weer terug aan de wal waren geplaatst op
het Marinevliegkamp Valkenburg werd begonnen
aan een zeer intensief trainingprogramma. Sorties
varieerden tussen 30 en 50 minuten maximaal
gezien de vereisde concentratie, tenzij de sortie kon
worden gecombineerd met een andere opdracht. De
extra inspanning bleef echter zeker niet beperkt tot
de vliegers maar ook het technisch grondpersoneel
kreeg zijn deel als gevolg van de sterk toegenomen
motorverwisselingen voor extra onderhoud!
In januari 1953 werd ik belast met het commando
van het squadron en kort daarop volgde promotie
tot luitenant ter zee-vlieger der eerste klasse, en
kon ik onze inspanningen verhogen zonder eerst
toestemming te moeten vragen.
Ons eerste officiële optreden bestond uit een
demonstratie van 10 minuten voor de Pers op 16
juli, gevolgd door demo's op de KLu bases Gilze-
Rijen en Woensdrecht en tenslotte tijdens de NATO
Airshow op de KLu vliegbasis Soesterberg op 18 juli.
De eigenlijke competitie zou gehouden worden op
Soesterberg en bestond uit twee delen: formatievlie-
gen op 1 augustus en formatie-aerobatics op 5
augustus.
Het aerobatics-deel bestond uit een vrije demonstra
tie, en een voorgeschreven programma dat gelijk was
voor alle deelnemers. De KLu zou deelnemen met
drie formaties: twee met Gloster Meteors en één met
Republic F-84 Thunderjets. Voorts was er een burger
team van de Nationale Luchtvaartschool bestaand uit
vier Harvards gevlogen door instructeurs.
Ik was mij er van bewust dat vooral de veel snellere
en toch goed manoeuvreerbare Meteors onze meest
geduchte tegenstanders zouden zijn, en in het bij
zonder één ervaren team, de 'Ruiten Vier' onder lei
ding van Majoor-vlieger Wansink. Ik besloot dat wij
daarom tenminste één onverwachte stunt in ons
programma moesten opnemen die vermoedelijk
niet door de anderen zou worden vertoond, en dat
was een landing in gesloten ruit-formatie.
Dit is voor de vierde man aan de achterste punt van
de ruit geen peuleschil daar hij vlak achter en iets
lager dan de vluchtleider enkele seconden eerder dan
de anderen de baan zal raken terwijl zijn volle aan
dacht nog is gericht op de leider, voordat hij de volle
laag van de 'prop wash' van de leider krijgt, wanneer
die dan vlak vóór hem op de baan landt. Maar onze
nummer vier, Frans Harte, was toch al min of meer
een durfal en had bewezen volledig zijn Fury te kun
nen beheersen gedurende die laatste seconden.
Voorts had de lagere snelheid van de Sea Fury-pro-
pellerjagers vergeleken met de jets wel het voordeel
dat wij onze manoeuvres binnen de grenzen van het
vliegveld, en dus duidelijk waarneembaar boven het
publiek, konden uitvoeren, terwijl de straaljagers
als gevolg van hun hoge snelheid tussen de stunts
vanzelf verder van het publiek werden verwijderd.
Edoch, één detail had ik over het hoofd gezien:
onze spectaculaire ruitformatie-landing was uitslui
tend toegestaan na het 'vrije' deel van het program
ma, terwijl in het voorgeschreven deel de formatie
moest worden afgebroken op de gebruikelijke wijze
9