R.J. Idzerda
Het plan om een stuntteam bij
de Marine Luchtvaart Dienst
(MLD) te formeren kreeg gestalte in
het vooijaar van 1952.
Ik was in die tijd Eerste Officier van
het 860 Squadron, uitgerust met
Hawker Sea Furies, onder commando
van luitenant ter zee vlieger der
eerste klasse Bert Bruinsma.
De bemanning van het squadron was
juist versterkt met een aantal jonge
en zeer enthousiaste vliegers, vers
van de jachtvliegeropleidingen in de
Verenigde Staten en Nederland.
Ik was altijd al aangetrokken tot stuntvliegen en
besloot, na toestemming van de Commandant, een
team samen te stellen, zorgvuldig geselecteerd op
basis van hun vliegercapaciteiten en enthousiasme.
Uiteindelijk werd dit het trio de luitenants ter zee
vlieger Hans Goosens, Taco Mulder en Frans Harte.
Wanneer de gelegenheid zich voordeed in het dage
lijkse programma werden alle klassieke stunts beoe
fend: loopings, barrel rolls, rolls off the top en
chandelles.
De machtige 2480 PK Bristol Centaurus 18 cilinder
sleeve valve stermotor van de Sea Fury, die een vijf-
bladige propeller aandreef, gaf een ontzagwekkend
koppel waarmee je zeer voorzichtig moest omsprin
gen bij lage vliegsnelheden, zoals bij de start en lan
ding wanneer je nog onvoldoende druk op het rich
tingroer had om het koppel op te vangen.
Zo was ik eens getuige van een zeer spectaculaire
landing van een collega op het Vliegkamp
Valkenburg: hij kwam slecht neer bij een wiellan-
ding, stuiterde op, en, wat hij nooit had moeten
doen, hij trachtte toen het vliegtuig op te vangen
met een stevige dot gas. Het resultaat was dat het
motorkoppel de jager prompt op zijn rug draaide
met als gevolg een 'ruglanding'! Dankzij de pantser-
De 86(