40 jaar als gemist kon worden, naar het veilig geachte continent over te brengen. Eén van de vliegers die in die dagen van Bandoeng naar Darwin en Broome vlogen was Eddie Dunlop. Op 3 maart 1942 keerde hij alleen met een BWK en een telegrafist aan boord in een verder volledig gestripte DC-3 terug naar het zwaar gebombardeerde vliegveld van Bandoeng. Dunlop vloog alleen om zo het gewicht van een co-piloot uit te sparen. Achter de cockpit was een 200 liter brandstoftank gemonteerd die in geval van ditchen in de Timorese zee als drijflichaam kon dienen. Dunlop kreeg de opdracht zijn kist. de PK-ALW Wielewaal, af te tanken en over te vliegen naar een geïmproviseerde start- en landingsbaan in een van de buitenwijken van Bandoeng waar hij zich gereed moest houden om de luitenant gouverneur-generaal dr. H. van Mook te evacueren. Samen met een paar collega's maakte Van de Graaf het toestel gereed voor de lange vlucht. Dunlop was inmiddels tot de ontdekking gekomen dat het wegvliegen niet eenvoudig zou zijn. De startbaan, een 900 meter recht stuk van de nog in aanleg zijnde Boeabatoeweg, was 10 meter breed, met aan weerszijden elk 10 meter onbebouwd terrein. De spanwijdte van de DC-3 was 29 meter. Landen met een lege en tot het minimum gestripte kist was voor een vlieger als Dunlop een routinezaak geweest. Starten in de nachtelijke uren met een volledig afgetankt vliegtuig en naar alle waarschijnlijkheid veel passagiers, was wel iets anders. Op 7 maart 's avonds kreeg Van de Graaf en zijn collega's Van Hummel en Meijer namens Dunlop het aanbod om mee te vliegen naar Australië. Dit was natuurlijk niet tegen dovemansoren gezegd en na een schoon KLM- overhemd aangetrokken te hebben, vertrok Van de Graaf naar de Boeabatoeweg. Collega Cor Meijer ging op het laatste moment niet mee omdat de ouders van zijn 17-jarige vriendinnetje geen toestemming gaven dat zij met hem meeging. Zij moesten eerst getrouwd zijn! De Wielewaal kreeg de meest nauwgezette preflight check die maar denkbaar was. Deze vlucht was letterlijk er een van erop of eronder. In de loop van de avond arriveerde Van Mook met in zijn kielzog de oud-gouverneur van Oost-Java. C.O. van der Plas, en de journalist G.A. van Bovene met zijn echtgenote. Behalve Eddie Dunlop bestond de bemanning uit de BWK J.H.W. Belie en de telegrafist K.W.F. Groothoff. Naast de bemanning en de eerder genoemde Van Mook en zijn gevolg klommen Van de Graaf en E. van Hummel, eveneens BWK en de grondwerk- tuigkundige K. Peters met zijn echtgenote aan boord. In tegenstelling tot het KNILM- en ML-KNIL- personeel was het evacuerende ambtenaren niet toegestaan vrouwen en kinderen mee te nemen. En zo vertrok om één uur 's nachts, enige uren vóór de capitulatie van Indië op 8 maart 1942, de Wielewaal met slechts acht passagiers aan boord, voor een ruim zeven uur durende vlucht naar Port Hedland, een havenstadje in West-Australië. Dunlop had namelijk besloten om in plaats van rechtstreeks naar Darwin te vliegen, zo ver zuidelijk als de benzinevoorraad dat toeliet, langs kust te gaan daar hij over de radio hoorde dat Japanse vliegtuigen in de regio Darwin patrouilleerden. Om half acht 's ochtends zette Dunlop de Wielewaal op Australisch bodem neer. Na getankt te hebben, vloog Dunlop nog eens ruim vier uur naar Perth waarmee een einde kwam aan de laatste vlucht van een burgervliegtuig vanuit bezet Java.1 Op 17 maart verwisselde de PK-ALW voor 1 van eigenaar. Onder de registratie VH-ANR vloog de voormalige Wielewaal voor de Australische regering.2 Aangezien er grote behoefte bestond aan gekwalificeerd personeel trad Leendert van de De DC-3 Wielewaal, na aankomst in Australië al gauw door de Amerikanen overgenomen, onder het call-sign VH CXE r*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2008 | | pagina 11