40 jaar
Graaf op 25 augustus 1942 als Militie-Brigadier
monteur in dienst bij de Nederlands-Indische
Legerstrijdkrachten in Australië en werd op
26 oktober ingedeeld bij No. 18 Squadron NEI
Netherlands East Indies). Na een kort verblijf in
Canberra, volgde plaatsing op Laverton bij
Melbourne waar hij zich voornamelijk bezig hield
met het voor brandstoftanks aanpassen van het
bommenruim van B-25 Mitchell's. In december 1942
volgde Van de Graaf Nr. 18 squadron naar
Batchelor Field bij Darwin waar hij de opdracht
kreeg een Mitchell aan te passen voor alleen
transportvluchten. Op deze kist, de N5-142, vloog
Van de Graaf als flight engineer /co-pilot op de
lijndienst tussen Darwin en Brisbane, Sidney of
Melbourne. Dit zou tot augustus 1943 duren. Aan
bombardementsvluchten heeft Van de Graaf niet
meegedaan. Van de Graaf, zo blijkt uit bewaard
gebleven documentatie, viel vooral op door zijn
technische bekwaamheid als flight mechanic en zijn
leergierigheid. Hij verwierf technische expertise op
diverse vliegtuigtypes als de Lockheed L-12 en C-60,
op de Douglas C-47A en B's én op de B-25 Mitchell
types C, D en J. Maar zelf vliegen bleef toch zijn
voornaamste wens. Als co-piloot deed hij in ieder
geval een enorme ervaring op. Zijn carrière verliep
voorspoedig. Overgeplaatst naar Melbourne in
augustus 1943 werd Van de Graaf flight engineer op
een Lockheed Lodestar C-60. Op 1 oktober van dat
jaar kreeg Van de Graaf de strepen van Militie
sergeant der le klasse opgespeld. Na zijn
overplaatsing op 15 augustus 1945 naar Nr. 19
Transport Squadron in Brisbane, volgde twee
maanden later de benoeming tot Militie Sergeant
majoor vliegtuigmonteur van de Militaire
Luchtvaart. Hij zou bij dit squadron tot zijn
demobilisatie in 1947 ingedeeld blijven. In
Australië vloog dit squadron voornamelijk met
Dakota's, later in Indië zouden het vliegtuigen van
het type C-54 en DC-4 worden.
Op 15 augustus 1945 gaf Japan zich onvoor
waardelijk over. Voor velen die in Australië
verbleven en begin maart 1942 Java verlaten
hadden met in sommige gevallen het achterlaten
van vrouw, kinderen of andere geliefden, bestond er
nu slechts één brandende vraag: hoe was het met
haar, hoe was het met hen? Langzaam maar zeker
kwam er steeds meer informatie vrij over het
verblijf in de jappenkampen. Tegelijkertijd kwam
"Indië" in Britse invloedsferen. Zuid-Oost Azie viel
nu onder admiraal Mountbatten, in plaats van de
Amerikaanse generaal MacArthur. Dit had voor de
Nederlanders in Australië grote consequenties.
Liepen de contacten met de Amerikanen tot die tijd
naar grote tevredenheid, de contacten met de
Britten verliepen daarentegen zeer stroef, en niet
alleen door de afstand tussen Australië en
Singapore, waar Mountbatten verbleef. Het was wel
duidelijk dat er grote behoefte was aan tal van
medische voorzieningen. De ondercommandant
van No. 19 Transport Squadron, majoor-vlieger
jonkheer mr. R.W.C.G.A. Wittert van Hoogland
stelde een vliegplan op om met vijf Dakota's van zijn
squadron en vijf Mitchell's van No. 18 squadron een
verkenningsvlucht uit te voeren naar Nederlands-
Indië, waarbij de vliegtuigen volgestouwd werden
met voorraden voor eerste hulp, medicijnen,
voedsel en dekens. Verder waren ook medisch
personeel en verpleegsters aan boord. Leendert van
de Graaf, die Wittert eerder had leren kennen in
zijn hoedanigheid als hoofd Vliegdienst van de
KNILM, was de crew chief voor deze vlucht. Voor
Wittert speelde ook eigenbelang mee, zijn vrouw en
vijf kinderen hadden de oorlog in een jappenkamp
doorgebracht. Hoe het met hen was en of zij
überhaupt nog leefden, was voor Wittert de grote
vraag. Duidelijkheid over locaties van
jappenkampen kon niet verkregen worden. Wittert
moest zelf naar bevind van zaken handelen. Op
8 september 1945 vertrok de flight van 10 toestellen
van Brisbane en zette koers via Biak in Nederlands
Nieuw Guinea naar Balikpapan op Borneo waar het
twee dagen later aankwam. Tijdens het verblijf te
Balikpapan bereikte Wittert het bericht dat de
situatie van voormalig krijgsgevangen in Makassar
op Celebes serieuze aandacht verdiende. Hij besloot
daarop op 13 september met drie Dakota's met een
tolk en enige Nederlandse militairen zelf daar naar
toe te vliegen. Van de Graaf was er bij. De verrassing
bij de Japanners was groot. Zij kregen via de tolk te
horen dat overgave voor hen de enige optie was en
dat zij de mee gekomen Nederlandse militairen
moesten steunen bij het beveiligen en op orde
brengen van het kamp. Het was bij deze overgave
dat naast Wittert ook de overige berhanningsleden
een Japans officierszwaard overhandigd kregen. Zo
ook Van de Graaf.
Na deze officieuze capitulatie van het vliegveld
Mandai bij Makassar vlogen de Dakota's met ex-
gevangenen die direct veel verzorging nodig
hadden, naar Balikpapan. Bij aankomst daar bleek
er nog steeds geen toestemming te zijn van het
hoofdkwartier van Mountbatten om rechtstreeks
10