40 jaar Meteors voor Nederland en België Na de eerste proefbestelling voor vijf stuks F.Mk.4 straaljagers in juni 1947 bleken vervolgopdrachten ten behoeve van de Legerluchtmacht Nederland slechts met lange levertijden door Gloster te kun nen worden uitgevoerd. De toen beoogde uitrusting van negen Nederlandse dagjagersquadrons met Meteor-straaljagers zou daardoor een onverantwoor de vertraging ondervinden. Om die reden werd dan ook al spoedig naar mogelijkheden gezocht om de Meteor in licentie in Nederland te fabriceren. Twee belangrijke hindernissen stonden deze plannen evenwel danig in de weg. Allereerst was de Neder landse vliegtuigindustrie, toen nog steeds door drie gen met diverse experimentele Meteors uitstekend van pas zouden komen. Voorwaarde was wel, dat bij de bouw van de nieuwe Meteor-versie zoveel moge lijk gebruik zou worden gemaakt van F.4-compo- nenten. Aangezien de verlengde romp zoals toege past bij de Meteor T.Mk.7 trainer een duidelijke ver betering in de richtingsstabiliteit had opgeleverd, was toepassing hiervan voor de nieuwe versie bij voorbaat al een uitgemaakte zaak. Verder zou de nieuwe Meteorjager het eerder proefondervindelijk toegepaste 'high speed'-staartstuk nu definitief ont vangen. Tenslotte werd de cockpitoverkapping elek trisch uitschuifbaar en aërodynamisch eenvoudiger gevormd. De grootste en ongetwijfeld belangrijkste verbetering betrof de introductie van een Martin Baker schietstoel voor de vlieger. Verder werden diverse componenten in de constructie versterkt, o.a. door toepassing van staal met hoge trekvast heid in bepaalde opgebouwde delen van het vleu gelmiddenstuk. de vleugel liggers en het staartstuk. Alle genoemde modificaties werden uitgevoerd op een F.4-vliegtuigcel uit de zevende productieserie. Het aldus ontstane prototype met R.A.F.-serial VT150 maakte als Meteor F.Mk.8 op 12 oktober 1948 de eerste vlucht. Uitgerust met 2 x 1635 kg Rolls- Royce Derwent 8 R.D.7 turbojets werd deze F.8-jager voor Gloster een waar kassucces! Naderhand wer den nog kleine wijzigingen ingevoerd. Zo werden de luchtinlaten voor de Derwents 11 cm in diame ter vergroot, hetgeen bij 160 km/u. een extra stuw kracht van 90 kg opleverde. Aldus uitgerust bereik te de F.8 bij een totaal vlieggewicht van 7.150 kg een maximum snelheid van ruim 950 km/u. op zee hoogte en 925 km/u. op 6.100m. De laatste F.8 werd als WL191 op 9 april 1954 aan de R.A.F. afgeleverd. In totaal werden 1187 F.8-jagers gebouwd. Op de invlieglijn bij Fokker, vooraan een Meteor Mk.8 bestemd voor de Belgische luchtmacht verschillende firma's vertegenwoordigd, bij lange na niet in staat om binnen korte termijn de serie- bouw van geheel metalen vliegtuigen voor te berei den en uit te voeren. Hiertoe ontbrak de nodige fabrieksoutillage ten enenmale, terwijl ook ervaren personeel hiervoor onvoldoende aanwezig was. Als belangrijkste van de drie vliegtuigfabrieken had Fokker, na volkomen leeggeroofd en zwaar bescha digd door oorlogsgeweld weer volop in een opbouw-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2008 | | pagina 14