P-X:
fabriekscomplex overgebracht. Daar kon op 8 febru
ari 1952 de 91e F.8 als eerste geheel in Nederland
gefabriceerde Meteor als 1-151 (c/n 6405) aan de
Legerluchtmacht Nederland worden overgedragen.
In het jaarverslag over 1952 kon Fokker melden, dat
de Meteor-productie begin 1954 zou zijn voltooid.
Op de le maart van dat jaar was het zover, toen de
1-255 als 330ste en laatste F.8 versierd met vlagge
tjes en serpentines in de vrijwel lege montagehal
aan het vliegbedrijf werd overgedragen. Aangezien
een bestelling voor 40 afwerpbare romptanks al in
1952 was uitgevoerd, was nu voor Fokker een
definitief einde aan het Meteor-tijdperk gekomen.
Alle Meteors werden door Fokker-fabrieksvliegers
Sonderman en Burgerhout na gereedkomen, inge
vlogen en beproefd. Nadat eventuele kleine gebre
ken waren verholpen, volgde de officiële afname
door vertegenwoordigers van de Nederlandse en
Belgische luchtmacht. Voor de KLu werd dit navlie
gen uitgevoerd door de kapitein-vlieger F.J. Vijzelaar,
terwijl de luitenant-kolonel R. Legrand dit namens
de Belgische luchtmacht deed. Voor de inmiddels
tot Koninklijke Luchtmacht gepromoveerde Lucht
strijdkrachten (LSK) vormde deze Meteor-luchtvloot
de eerste grote materieelversterking van na de oor
log, waarmee de gevechtskracht van de jachtsqua-
drons flink kon worden opgevoerd!
Standaardj ager
voor de luchtmacht
Afgezien van de 150 licentie-Meteors heeft onze
luchtmacht ook nog vijf F.8 straaljagers direct van
de R.A.F. betrokken. Deze toestellen werden als 1-90
t/m 1-94 op 26 juli 1951 overgenomen.
Zodra de F.8-jachtvliegtuigenproductie enigszins op
tempo was gekomen, werd met de vervanging van
de feitelijk nog nieuwe F.4's in de operationele
squadrons een begin gemaakt. In januari 1951 ont
ving 324 Squadron als eerste de nieuwe aanwinsten.
Vanaf juli tot december 1951 volgden 327 en 328
Squadron, terwijl 322 en 325 Squadron in de perio
de september tot december 1953 op de F.8 overgin
gen. Als laatste verruilde 323 Squadron, dat nog
steeds met de schietinstructietaak was belast in
1954 de F.4's voor de nieuwe Meteor F.8. In totaal
waren zodoende zes dagjagersquadrons en één
schietschoolsquadron operationeel op de F.8. Deze
situatie heeft overigens slechts enkele jaren
geduurd. Vanaf begin 1956 deed de Hawker Hunter
F.Mk.4 dagjager zijn intrede bij de luchtmacht en
moesten de F.8'en successievelijk het veld ruimen
voor deze sierlijke Britse straaljager. Als enige
squadron heeft 322 het langst Meteor gevlogen, tot
dat ook begin 1958 voor de 'Niet praters maar doe
ners' de vervanging door de Hawkers een feit was
geworden. Met het verdwijnen van de Meteors kwam
in januari 1958 tevens een einde aan het maandvlie
gen voor reservevliegers bij de luchtmacht.
De uitdienststelling van de Meteor is overigens vrij
wel geruisloos verlopen. Toch ging voor menig vlie
ger het afscheidnemen van de oude vertrouwde
Meteor aan het hart. In 'De Vliegende Hollander'
van juli 1958 werd niet zonder enige weemoed
teruggezien op acht jaar wel en wee op deze eerste
Nederlandse straalkisten, die nu een roemloos
einde onder de slopershamer vonden. Door de snel
le ontwikkeling van het militaire straalvliegtuig en
de introductie van steeds betrouwbaarder en vooral
krachtiger turbojets was het voortijdig afdanken
van deze Meteors uit militair oogpunt gezien helaas
een noodzakelijk kwaad. Reeds tijdens het Korea-
conflict in het begin van de jaren '50 bleken de
prestaties als onderscheppingsjager inferieur te zijn
aan die van de Mig-15 en de North American F-86
Sabre. Toen in de harde praktijk het verouderde
concept van de Meteor F.8 voor de luchtverdediging
was aangetoond, stelde Gloster nog pogingen in het
De vijf Meteors van het demo-team Ruiten-4