De Lilienthal Stan
dard Doppeldecker
nr.13. Een natuur
getrouwe replica
van het origineel.
Otto Lilienthal
heeft honderden
vluchten op een
dergelijk Segelap-
parat gemaakt.
Hoewel het even duurt voordat de zweefvliegerij
in Nederland op gang komt, is er van leger en
luchtmacht altijd belangstelling voor geweest.
Zweefvliegen in ons land vindt plaats onder auspi
ciën van de KNVvL, in 1907 opgericht door luite
nant-ter-zee der tweede klasse Alfred E. Rambaldo
en kolonel Cornelis J. Snijders. Defensie en de
Koninklijke Luchtmacht ondersteunen het zweef
vliegen op de militaire velden. Veel jonge luchtvaar
tenthousiasten kiezen voor de zweefvliegerij en
worden zo extra gestimuleerd en gemotiveerd om
te opteren voor een militaire of civiele vliegeroplei
ding, of voor een andere toekomst in de luchtvaart.
De historische relatie tussen de zweefvliegerij en
de militaire luchtvaart is nog niet in het MLM
te vinden, maar dat lijkt slechts een kwestie van
tijd. Het is wel een goede reden om het Deutsches
Segelflugmuseum op de Wasserkuppe (D) te bezoe
ken. Uiteindelijk is Duitsland de bakermat voor
het zweefvliegen zoals we dat nu kennen. Het zijn
echter ook de Duitsers geweest die in de nacht van
9 op 10 mei 1940 als eerste in de luchtvaarthistorie
zweefvliegtuigen militair hebben ingezet bij de
strategische verovering van het Fort Eben-Emael pal
ten zuiden van Maastricht.
Wasserkuppe
Nergens anders in Europa bestaat een lucht
vaartmuseum dat specifiek is gericht op zweef
vliegen. Het ligt zo'n 950 m boven zeeniveau
op de Wasserkuppe, het hoogste punt van het
schitterende en toeristisch nauwelijks ont
dekte Rhöngebergte. Wat Teriet als Nationaal
Zweefvliegcentrum is voor Nederland, is de
Wasserkuppe voor Duitsland. Het Deutsches
Segelflugmuseum wordt in 1970 geopend door
Neil Armstrong, de eerste mens op de maan. Het
museum bestaat in eerste aanleg uit een 1500 m2
grote, ronde hal met een overkapping die wordt
gedragen door gelamineerde houten spanten. Al
snel wordt het museum veel te klein voor de unieke
historische collectie over de geschiedenis van de
Duitse zweefvliegerij. In 1987 wordt het dan ook
uitgebreid met een nog grotere hal. Dat levert
meer dan een verdubbeling van de tentoonstel
lingsruimte op en een verbreding van de doelstel
ling van het museum. Want naast een groot aantal
historische zweefvliegtuigen en meer moderne
kunststof toestellen is nu ook plaats voor tiental
len, schitterend nagebouwde vliegende modellen en
dito motoren. Bovendien is het Duitse zweefvliegar-
chief en een luchtvaartbibliotheek in het Deutsches
Segelflugmuseum und Modelflug ondergebracht.
Lilienthal
Hoewel de Wasserkuppe al snel een uiterst belang
rijke rol zou spelen in de luchtvaartgeschiedenis
van Duitsland, is het niet de plaats waar het alle
maal begon. Want dat was in de heuvels bij Rhinow
in Brandenburg, waar Otto Lilienthal (*1848) in
28