D'fO/2
In de jaren '30 zijn
veel zweefvliegtui
gen gebouwd met
een 'knik' vleugel.
In de koepelhal van
het museum pronkt
deze Zwitsers gere
gistreerde Göppin-
gen Gö-3 Minimoa
heel bijzonder. Het
vliegtuig dateert
uit 1936 en is nog
steeds luchtwaardig
de wedstrijd in 1920 wordt aanvankelijk alleen
deelgenomen door Willi Pelzner met zijn hanggli-
der. Pas tegen het einde van de wedstrijd verschijnt
de 'Schwarze Teufel', een vrijdragende eendekker
van de Flugwissenschaftliche Vereinigung Aachen.
Met dit vliegtuig introduceert de vlieger Wolfgang
Klemperer tegelijkertijd een nieuwe start methode
met een gummi kabel. Die methode blijft bijna 20
jaar in zwang. In 1921 bereikt Wolfgang Klemperer
drie wereldrecords met een hoogte van 100 m, een
vluchtduur van 13 minuten en een afstand van 5
km. Een jaar later blijft Arthur Martens met een
Vampyer al langer dan een uur hangen. Anders
dan gebruikelijk vliegt hij na de start niet rechtuit,
maar draait binnen de hellingstijgwind langs de
Wasserkuppe een vlakke 8. waardoor hij optimaal
boven blijft. Ferdinand Schulz verbetert in 1924
met zijn Besenstiel het duurrecord van Martens met
8:42 uur!
Thermiek
Ook Lilienthal heeft met zijn vliegapparaten vooral
rechtuit gevlogen. De vluchten duurden niet lang
en afstand en hoogte zijn zo beperkt dat er geen
tijd is om ook nog bochten te draaien. Met de
kennis en ervaring van Lilienthal toen, maken
de eerste zweefvliegtuigen alias Gleiters op de
Wasserkuppe in de jaren '20 gebruik van de hel
lingstijgwind langs het bergachtige terrein. In 1926
komt Max Kegel na de start bij toeval onder een nog
groeiende onweerswolk. Hij behaalt een grote hoog-
De Schleicher
Rhönbussard is een
origineel exem
plaar uit 1933. Het
is afkomstig van
de Segefilugschule
Hesselberg die in de
jaren '30 nabij de
gelijknamige berg in
Beieren was gevestigd
te en landt uiteindelijk 55 km verderop bij Coburg.
Het levert hem niet alleen een nieuw wereldaf
standsrecord op, maar ook het besef dat er buiten
de hellingstijgwind ook nog andere krachtbronnen
in de lucht zijn. En zo worden in 1928 de eerste
thermiekvluchten gemaakt. Deze ontdekking en
de manier hoe er gebruik van te maken geven het
zweefvliegen een nieuwe dimensie. Robert Kronfeld
is de eerste die het presteert om al cirkelend hoogte
te winnen en dan in een glijvlucht naar een boven
de Himmeldunkberg vermoede thermiekbel te
steken, acht kilometer verderop. Vandaaruit vliegt
30