Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik al geruime tijd zo af en toe loop te dromen over iets dergelijks en ik had dan ook al een flink aantal jaren links en rechts technische informatie verzameld, waarbij inbegrepen een complete set bouwtekeningen van de De Havilland DH-4 op 35 mm microfilm die te koop zijn bij het National Air and Space Museum in Washington, DC. Zoals u misschien weet werd de DH-4 gedurende de Eerste Wereldoorlog in Amerika in licentie gebouwd en de DH-9 en de DH-4 zijn qua constructie grotendeels identiek, zodat de tekeningen voor zeker 80% te gebruiken zijn. Zelfs de part-nummers van individuele onderdelen zijn hetzelfde. Waarom een DH-9? Het zal u misschien niet ontgaan zijn dat schrij ver dezes "iets" heeft met de geschiedenis van de Militaire Luchtvaart/Luchtvaart Afdeling van het voormalige KNIL. Die LA-KNIL kocht, na een zeer haperende start, kort na de le WO in Engeland een serie van totaal 36 surplus De Havilland DH-9 tweedekker-verkenners/bommenwerpers. Deze voldeden uitstekend en werden, naast de hoofdtaak, voor allerlei andere doeleinden ingezet, zoals luchtkartering, postvervoer, radio experimenten, landbouw-bestuivingsproeven, en als ambulance-vliegtuig. En natuurlijk ook heel veel als gevorderden-lesvliegtuig. Er werd veel Aanbouw van houten "schaalbouw" rompen volgens het ontwerp van Walraven in de werkplaatsen van de LA-KNIL op Andir, resulterend in de "HL" versie (Havilland Luchtvaartafdeling) (fotocoll. C.R. Pattist) aan vertimmerd en de DH-9 speelde een grote rol in de opbouw van de luchtvaart in het verre Ned. Indië. Je mag zeggen dat de vliegerij in Indië is opgegroeid met de DH-9 en als er bij het KNIL al eens andere, modernere vliegtuigen werden aangeschaft, dan behielden de drie (en vaak slechts twee) Vliegtuigafdelingen die de Luchtvaart Afde- AHet prototype van de "HL", nog onbeschilderd, gereed om te worden ingevlogen. De besturingsvlakken waren aanvanke lijk groter uitgevoerd, maar later weer teruggebracht naar de originele DH-9 vormgeving 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2009 | | pagina 11