"In ieder geval was de conditie van deze 180- "Mitchell" in geen enkel opzicht te vergelijken met die van de eigen 320-"Mitchells". Naar Hissink's mening was de "K" beslist niet gereed voor uitvoe ring van operationele vluchten. Cockpit en verdere bemanningsruimten waren vuil en hadden duide lijk een schoonmaakbeurt nodig. Op de vloer lagen sigarettenpeuken en vertoonden zich modderklon- ten. Zelfs in de gleuven van de uitschuifbare cock- pitramen waren sigarettenpeuken door de vorige 180 bemanning achtergelaten. In verband met de tijd moest de inspectie in ijl tempo worden afgewerkt. Hissink: "Hadden we bij het instappen geweten dat de twee aanwezige nood- luiken - een voor en een achter in de romp - niet geopend konden worden, dan hadden we subiet een andere "Mitchell" geëist". Naar zijn mening bleek uit alles, "dat het hier een vliegtuig voor training en transportvluchten betrof, dat haastig voor deze opdracht moest worden ingezet". Drama boven Vielsalm In de buurt van het aanvalsdoel gekomen, kreeg de formatie te maken met geducht afweervuur van Duitse flak. De Brown box, waarin de FV298 vloog, kreeg de volle laag te verwerken. De gevolgen van dit intens afgegeven vuur lieten niet lang hierna op zich wachten. Beide motoren van de "K" werden getroffen en raakten onklaar. De "Mitchell" was ten dode opgeschreven. Voor Wils en zijn mannen bleef niets anders over dan zo spoedig mogelijk het vege lijf met de parachute te redden. De vliegtuigcom mandant gaf dan ook bevel hiertoe en moesten de noodluiken voor uitvoering van de verlaatrol wor den geopend. Voor in de romp bemerkte Hissink tot zijn verbijste ring dat het deksel van het noodluik muurvast zat. Door er pakweg twaalf keer tegen aan te trappen en de nodige malen met zijn volle gewicht er op te springen, schoot het luik eindelijk open. "Plotseling viel het weg en zat ik op de vloer van het toestel met mijn benen buiten boord", aldus Hissink. "Toen ik Wils meldde, dat het luik eindelijk open was, gaf hij mij bevel te springen. Op hetzelfde moment riep schutter Dekker Nog niet! Ons luik kan ook niet open. Wij komen naar voren. Dekker ging als eerste. Hissink wachtte zo lang tot de schutter bij het noodluik was gekomen. "Toen ik zag, dat hij aanhoudelijk aan allerlei apparaten zoals de Gee-H vastzat, ging ik via de navigatietafel proberen hem van mijn kant te helpen. Doordat hij zijn parachute voor zich uit duwde, kon hij niet zien dat het toegangsluik naar het bommenruim open stond. Net op tijd kon ik zijn parachute grij pen en die over dit luik naar mij toe trekken. Op dat moment zag ik tot mijn grote schrik dat ook de bomb bay-deuren op een kier open stonden! Weer terug in de cabine en wijdbeens staande boven het noodluik meldde ik Wils, dat Dekker voorin was gekomen en op de navigatietafel zat. De vliegtuig commandant riep kort en krachtig Ga, maak plaats voor Dekker! Ik keek naar achteren en beduidde Jillings direct naar voren te komen. Ook zei ik tegen Dekker hem zonodig te helpen. Hierna verliet ik het vliegtuig". De fatale val van Mitchell "K" In de hierop volgende seconden zag Hissink in een momentopname een opeenvolging van flitsbeelden, die tot op de huidige dag op zijn netvlies gegrift staan. "Op het moment dat ik de "Mitchell" ver liet, zag ik nog dat Jillings, van wie ik alleen het hoofd kon zien, doodsbleek heen en weer zwaaide. Aangezien hij zwaarder gebouwd was dan Dekker, veronderstelde ik dat hij meer moeite zou heb ben om naar het voorste rompgedeelte te komen. Was hij flauw gevallen en zich niet bewust van de komende crash? Deze gedachten speelden door mijn hoofd toen ik uit het vliegtuig sprong en naar beneden daalde". "Wij waren op 12.000 ft hoogte toen het toestel getroffen werd en uit de formatie geraakte. Op 10.000 ft viel het voorluik dankzij mijn krachts inspanningen eindelijk open en op circa 8.000 ft sprong ik uit de K. Onder ons lag op 4.000 ft een uitgestrekte wolkenlaag (stratus). Ik zag Dekker springen, maar niet Wils voordat ik in de wolken terecht kwam. Het wolkendek hing slechts 100 ft boven de grond toen ik in een zuidelijk deel van de stad Luik terecht kwam. Dekker landde midden in Luik en Wils ten noorden van deze stad. De "Mitchell" crashte noord van Luik, althans voor zover ik dit op dat moment kon beoordelen". Aldus het relaas van waarnemer Hissink. Geen actie na rapportage Na terugkomst op Zaventhem hebben zowel Wils als Hissink uitvoerig van het gebeurde melding gemaakt. Naar hun beider overtuiging lag de schuld van dit voor Joop Jillings zo fataal verlopen 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2009 | | pagina 19