IV. Epiloog: Historisch belang 29 In juli 1946 komen 36 goorgrijs geschilderde De Havil- land DH-82A Tiger Moth lesvliegtuigen van de Royal Air Force (RAF) uit Engeland op Woensdrecht aan. In oktober 1946 start de eerste opleiding foto: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag genomen, waarbij niet alleen de RAF, maar ook de Amerikaanse luchtmacht van deze vooruitgescho ven bases gebruik moet kunnen maken. Het luchtverdedigingsplan voorziet in een alles omvattende levering van radar, grondapparatuur, voertuigen en vliegtuigen. Op 31 december 1947, een jaar na de overeenkomst met de Britten, zou het materieel moeten zijn uitgeleverd en het luchtverdedigingsplan operationeel moeten zijn. Maar dat blijkt in de planning veel te optimis tisch. De toenmalige kolonel Izaak Alphonse Aler, toen nog van het Directoraat der Nederlandse Luchtstrijdkrachten, is van mening dat Spitfires operationeel zijn verouderd en men zich voor luchtverdediging zou moeten richten op de veel modernere Gloster Meteor. De toenmalige minister van Oorlog Alexander Fiévez steunt hem in die gedachte. In 1949 besluit de ministerraad de status van de Nederlandse vliegvelden opnieuw te bezien. Als de belegging van de vliegbases bij de aanbieding van het Luchtmachtplan 1951-1954 op 29 maart 1951 aan de toenmalige minister van Oorlog, Cornelis Staf, opnieuw aan de orde is, staat Woensdrecht nog steeds genoteerd voor een luchtverdedigingstaak. Sinds het einde van de oorlog wijst echter nog niets erop dat dat staat te gebeuren. Pas als in de periode 1953 - 1956 aan de noordzijde van het Oude Veld de basis wordt uitgebreid met een betonnen start- en rolbanencomplex, komen op 14 december 1956 de Gloster Meteors van het 326 luchtverdedigingsqua dron over vanuit Twenthe naar Woensdrecht. Dan pas wordt Woensdrecht werkelijk een operationele vliegbasis met dito vliegtuigen zoals men zich dat in 1946, tien jaar eerder had bedacht. Overigens zijn al een halfjaar daarvoor, op 14 juni 1956, de Meteors van de Jachtvliegschool uit Twenthe op Woensdrecht neergestreken. Vanwege de verwachte toename van het aantal vlieg bewegingen is de Elementaire Vliegeropleiding, des tijds ondergebracht bij het No. 1 Instructiesquadron met S-ll lesvliegtuigen, op 1 mei al verkast naar Gilze-Rijen. De Transitie Vliegeropleiding (TVO) van Vol kei, ondergebracht in het 313 Squadron en uitgerust met de Lockheed T-33AT'Bird, komt op 26 juni 1958 de gelederen op Woensdrecht ver sterken. De Jachtvliegschool wordt op 1 januari 1959 samengevoegd met de TVO en heet dan No. 2 Instructiesquadron. Op 1 augustus 1960 komt alweer een einde aan die operationele luchtver- dedigingstatus en verhuist 326 Squadron, dan uitgerust met Hawker Hunters, naar Soesterberg. Woensdrecht als vliegbasis is dan weer een 'gewoon' opleidingsveld geworden, waar bovendien sinds 1953 de Straalmotorenwerkplaats is gevestigd. Het ontstaan van het vliegveld in Woensdrecht voor de oorlog is in zekere zin te danken aan de economische recessie die zich eind jaren 20, begin jaren 30 van de vorige eeuw heeft voorgedaan en de werkverschaffingsprojecten in de gemeente Woensdrecht als gevolg daarvan. Als het project op De Eendenkooy niet het beoogde resultaat oplevert, stelt burgemeester Rubert voor er een luchtvaartterrein van te maken. Daarmee wordt weliswaar de basis gelegd voor het vliegveld vóór de oorlog, maar zeker niet voor het ontstaan van de vliegbasis in 1945-1946. De gemeente is na haar besluit om het oorspronkelijke landbouwgebied een andere bestemming te geven, niet ingegaan op de kostbare eisen van de KLM om het terrein daad werkelijk geschikt te maken als luchtvaartterrein. Ook wordt niet geïnvesteerd in beheer en onder houd van de grasmat. Het terrein is van meet af aan ongeschikt geweest voor algemeen gebruik als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2009 | | pagina 31