luchtvaartterrein, wat niet wegneemt dat er toch
is gevlogen. Kort na het overlijden van burgemees
ter Rubert richt de gemeente zich geleidelijk aan
toch weer op het cultiveren van De Eendenkooy
als agrarisch gebied. Het komt dan ook niet uit
de lucht vallen als de gemeente in februari 1939
beslist het vliegveld te sluiten en De Eendenkooy
toch maar te verpachten. Doorslaggevend daarbij
is het argument dat het ministerie van Waterstaat
in de periode 1934-1938 het vliegveld nooit formeel
heeft aangewezen als luchtvaartterrein vanwege
de slechte gesteldheid van het veld. Dat zou kun
nen zijn verholpen als de gemeente zou hebben
willen investeren in drainage en intensieve bemes
ting. Adviezen hierover van de Heidemaatschappij
heeft het gemeentebestuur successievelijk naast
zich neergelegd. Redenen daarvoor zijn zeker
ingegeven door de noodlijdende situatie waar de
gemeente in die jaren financieel verkeerde. Met
het langzaam teloorgaan van het vliegveld en de
voorgenomen sluiting van het terrein gaat in 1939
ook het belang dat de gemeente in 1934 nog stelde
te hebben bij een vliegveld voor de lokale econo
mie, volledig verloren. Voor het bestaan van de
huidige vliegbasis Woensdrecht, is het raadsbesluit
van 5 maart 1934 op zichzelf niet doorslaggevend
geweest. Bij de aanleg van het terrein zijn volgens
burgemeester Van der Meulen in de gemeente
raadsvergadering van 17 februari 1938 'mogelijk
fouten gemaakt'. De grootste fout is echter, aldus
Van der Meulen, dat 'er een vliegveld is aangelegd
waar geen behoefte aan bestond'. De gemeente
raad en - zonder ze bij name te noemen - 'hogere
instanties' zijn volgens hem daarvoor verantwoor
delijk. Op basis van de economisch-financiële en
bedrijfskundige kennis van nu zou in 1934 nooit
sprake kunnen zijn geweest van de aanleg van een
vliegveld in Woensdrecht. De al in 1934 tanende
belangstelling van de K.L.M. voor het vliegveld en
het afhaken van het ministerie van Waterstaat
zouden voor het gemeentebestuur een signaal moe
ten zijn geweest, zich nog eens te beraden over de
komst van een vliegveld. De gemeenteraad heeft
altijd zo haar twijfels gehad, maar op het moment
suprème is het de overtuigende motivering van
burgemeester Rubert die de doorslag geeft bij het
besluit van 5 maart 1934.
Militaire interesse
Wat men zich zou kunnen afvragen, is wat er
van De Eendenkooy terecht zou zijn gekomen
als de Luchtvaartafdeeling vóór de oorlog en het
Directoraat der Nederlandse Luchtstrijdkrachten
daarna, niet nadrukkelijk hun interesse en het
belang van het terrein kenbaar zouden hebben
gemaakt aan de Generale Staf en de verantwoorde
lijke bewindslieden. Dat De Eendenkooy ondanks
de door de gemeente aangekondigde sluiting toch
kon worden behouden voor de luchtvaart is dan
ook vooral te danken aan een samenloop van
omstandigheden. Op het moment dat de gemeente
De Eendenkooy als vliegterrein zou hebben wil
len sluiten, wordt de Algemene Mobilisatie afge
kondigd, waarna het terrein op 1 september door
Defensie wordt gevorderd. De visie van de Generale
Staf over een vliegterrein in de zuidwesthoek
van ons land heeft dan ook zeker bijgedragen
aan het uiteindelijke behoud van De Eendenkooy
als vliegveld. Bovendien mag gevoeglijk worden
aangenomen dat de substantiële uitbouw van De
Eendenkooy in de oorlog, de strategische ligging
nabij de haven van Antwerpen en de Zeeuwse en
Zuid-Hollandse delta, alsmede het tactisch gebruik
ervan door de Kriegsluftwaffe, mede van invloed
zijn geweest op de besluitvorming van het ministe
rie van Oorlog.
Burgemeester Rubert
De jong overleden burgemeester Rubert heeft
een pregnant aandeel gehad in het besluit van de
gemeente in 1934. Hij is de geestelijke vader en de
grote promotor om van De Eendenkooy een vlieg
terrein te maken. In de periode 1933-1934 heeft
hij de gemeenteraad ervan kunnen overtuigen dat
de aanleg van een vliegveld nieuwe kansen zou
bieden voor de gemeente. Kort na zijn overlijden
in 1935 veranderen de omstandigheden echter
zodanig dat de gemeenteraad het vliegveld sluit en
de bestemming van de gronden wijzigt. Zijn visio
naire gedachten om de economische ontwikkeling
van Woensdrecht te stimuleren met de aanleg
van een vliegveld, krijgen pas na de oorlog vaste
vorm met de komst van de Luchtstrijdkrachten.
Bij de opening van de tentoonstelling 'Van Veld
tot Valley' ziet de huidige burgemeester van
Woensdrecht, Marcel Franzel, anno 2007 zelfs een
nieuwe dimensie in Rubert's ideeën als het om de
plannen voor Maintenance Valley gaat.
Zweefvliegclub
Als de gemeente geen belang meer heeft bij het
vliegveld en het veld gaat sluiten, krijgt de R.K.
Brabantsche Aëroclub in februari 1939 de toe
zegging dat de situatie over tien jaar, in 1949,
30