opnieuw zal worden bekeken. Het eigendom van het terrein na de oorlog berust dan echter bij de Staat der Nederlanden en niet meer bij de gemeente Woensdrecht. De toezegging uit 1939 kan dan niet meer gestand worden gedaan. Maar dat kon men vóór de oorlog natuurlijk nog niet weten. Saillant detail is echter dat het in 1945 leerling-vliegers van de luchtmacht zijn die op het veld willen gaan zweefvliegen. Bovendien wordt dan op Woensdrecht de eerste militaire zweefvliegclub in Nederland opgericht: de Zweefvliegclub LSK (Luchtstrijdkrachten), die geen enkele historische band heeft met de R.K. Brabantsche Aëroclub van voor de oorlog. Als de Luchtstrijdkrachten het vliegveld officieel op 1 mei 1946 in gebruik hebben genomen, worden in de zomer van dat jaar ook de eerste zweefvlieg- starts na de oorlog op De Eendenkooy gemaakt. De Walcherse Zweefvliegclub die voor de oorlog ook al eens een zweefvliegkamp op De Eendenkooy heeft gehouden, maakt dan ook van het militaire terrein gebruik en een aantal West-Brabantse zweefvliegers van voor de oorlog sluiten zich bij hen aan. Het duurt allemaal niet langer dan een jaar. Mogelijk vanwege de grote afstand en het gebrek aan adequaat vervoer vanuit Zeeland kampt de Walcherse Zweefvliegclub met ledengebrek en houdt op te bestaan. Als de militaire leden worden overgeplaatst naar Gilze-Rijen, is het in 1947 afge lopen met het zweefvliegen op Woensdrecht. Wat nu in de volksmond het 'oude veld' wordt genoemd wordt dan begrensd vanaf de Groene Papagaai bij de huidige cartonnagefabriek tot aan de water- wincentrale aan de Kooiweg in Hoogerheide en de weg vanaf de vijfsprong aan het Zandfort rich ting Huijbergen. Toch biedt het initiatief van de zweefvliegers van 1945 nieuwe perspectieven voor de lokale zweefvliegers. Die verenigen zich op 20 oktober 1949 in de West-Brabantsche Aëroclub (WBAC). Het is aannemelijk dat niemand meer in 1949 zich de toezegging van de gemeente in 1939 herinnert. Ook in het archief is daarover geen correspondentie te vinden. Voor de terugkeer van de zweefvliegers op het Oude Veld is dat echter niet relevant. Het bestuur van de WBAC heeft een uitstekende verhouding met de luchtmacht leiding op Woensdrecht. Als het ministerie van Defensie dan ook nog eens een overeenkomst sluit met de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart over het medegebruik van de vliegbases in ons land voor de zweefvliegerij, zijn de zweef vliegers weer helemaal terug op hun thuisbasis. Groot historisch belang Meer nog dan het besluit van de gemeenteraad in 1934 is de zweefvliegerij van de Bergen-op- Zoomsche Zweefvliegclub, later R.K. Brabantsche Aëroclub geheten, van groot historisch belang geweest voor de luchtvaartbestemming die het terrein uiteindelijk toch heeft gekregen. Er is zelfs geschreven dat de historie van het vliegveld eigenlijk is begonnen in een werkplaats aan de Wouwseweg in Bergen-op-Zoom waar de zweef vliegclub in 1933 een zweefvliegtuig bouwde. Dat alleen is zoals uit deze beschouwing blijkt, niet bepalend geweest voor de aanleg van het vliegveld in Woensdrecht. Wel moet worden vastgesteld dat de zweefvliegers vóór de oorlog een pioniersrol daarin hebben vervuld. Het bestuur en in het bij zonder oud-sergeant-vlieger Jacques Janssen en de leden van de vereniging hebben ervoor gezorgd dat de luchtvaart in het algemeen en het zweef vliegen in het bijzonder tot op de dag van vandaag onverbrekelijk zijn verbonden met Woensdrecht. In deze ontstaansgeschiedenis zijn zij het geweest die de interesse, nieuwsgierigheid en vooral ook de goodwill voor de luchtvaart hebben gewekt bij de lokale bevolking. De R.K. Brabantsche Aëroclub, waaruit in 1949 de West-Brabantsche Aëroclub is ontstaan, heeft dankzij burgemeester Rubert van De Eendenkooy een vliegveld gemaakt waar zelfs de Luchtvaartafdeeling in 1936 manoeuvres heeft gehouden en rondvluchten zijn verzorgd door Dries van der Poest Clement Sr. Dat het ter rein na de oorlog uiteindelijk is behouden voor de luchtvaart is vooral te danken aan de visie van de Generale Staf en het Directoraat der Nederlandse Luchtstrijdkrachten in oktober 1945. Woensdrecht zou een opleidingsbasis worden en dat is het dan ook geworden, met uitzondering van de periode 1968-1988 als de vliegbasis vanwege bezuinigingen bij de overheid is gesloten voor militair vliegver keer. 'Gevleugeld Hogerop' luidt de wapenspreuk onder het embleem van de Koninklijke Militaire School Luchtmacht op de Vliegbasis Woensdrecht. En dat geldt spreekwoordelijk ook voor de fascine rende historie over het ontstaan van de zuidelijk ste vliegbasis in ons land. (LB 090731) Bibliografie Van Ven tot Startbaan. Aoo Piet H.B. Michiclsen; Scheldebaken. januari 1976 25-Jaar Depot Straalmotoren tevens Vliegbasis Woensdrecht. Aoo Piet H.B. Michielsen e.a.; 1977. Woensdrecht en Hoogerheide, kleine geschiedenis van een historische tweeling. A. Delahaye, W. van Ham en 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2009 | | pagina 33