lieerde bombardementen zwaar wordt beschadigd,
is een groot deel van de collectie al verplaatst naar
veiliger oorden. Veel daarvan is tot op de dag van
vandaag spoorloos verdwenen.
In 1960 ontstaat een vereniging voor de heroprich
ting van een Verkeersmuseum in Berlijn. Die krijgt
in 1966 de beschikking over een Junkers-52. De
vereniging zet zich in om nog meer luchtvaartob
jecten te verzamelen. Het DTMB is in 1982 geopend
onder de benaming Museum für Verkehr und Technik.
Tegelijkertijd wordt door de vakafdeling Lucht- en
Ruimtevaart van het museum de basis gelegd voor
het verzamelen van exponenten die van grote
historische betekenis zijn voor de Duitse lucht
vaartgeschiedenis. De collectie van de vrienden
van het Verkeersmuseum. gaat in 1982 over naar
het DTMB.
Berlijn
Berlijn neemt in de Duitse luchtvaartgeschiedenis
een belangrijke plaats in. Niet alleen omdat het
de hoofdstad van het land is, waar van oudsher de
regeringszetel is gevestigd. Maar vooral ook omdat
het vliegveld Johannisthal in het gelijknamige
stadsdeel van Berlijn de bakermat is van de Duitse
luchtvaarthistorie. Althans voor wat betreft de
gemotoriseerde luchtvaart èn voor iedereen die
de gebroeders Lilienthal is vergeten (Spinner 31
Zweefvlieghistorie Wasserkuppe). Anthony Fokker,
die na zijn vertrek uit Nederland in 1911 niet
direct voet aan de grond krijgt bij de Duitsers,
maakt op Johannisthal in één klap furore met
zijn aerobatics in een eendekker. Het is de tijd van
pioniers en azen die het luchtruim veroveren.
Er worden vliegvelden aangelegd; er ontstaan
vliegtuigfabrieken, vliegscholen en in de univer
siteiten komen leerstoelen luchtvaarttechnologie
en aërodynamica. Het is de tijd van nieuwe tech
nologische ontwikkelingen. In Berlijn wordt de
ene na de andere uitvinding op luchtvaartgebied
gedaan. Maar Berlijn is ook de plaats van waaruit
de bommenwerpers van de Luftwaffe in de oorlog
de wereld in puin en as hebben gelegd. Het is dan
ook heel opmerkelijk dat het DTMB vanuit de hele
wereld steun en medewerking wordt verleend bij
de completering van de historische collectie vlieg
tuigen.
Voortijdig
Bij een eerste bezoek aan het DTMB in 2004 is de
luchtvaarttentoonstelling nog volop in voorbe
reiding en niet toegankelijk. Behalve de Dakota
op het dakterras staat op de 4C verdieping al een
Junkers-52. Die is net als de Dakota op 8 mei 1999
tijdens de constructie van de nieuwbouw met een
hijskraan naar de vierde verdieping getakeld. De
vliegtuigen zijn vanuit Berlijn-Gatow, waar het
Duitse Luftwaffe museum is gevestigd, op een pon
ton over de Spree naar hun nieuwe bestemming
gevaren. De vroegtijdige komst van deze vliegtui
gen in het museum is nodig omdat ze na afbouw
van de gevel niet meer in de nieuwbouw kunnen
worden geplaatst. Het zijn de eerste tekenen die
erop wijzen dat de Duitse luchtvaarthistorie voor
het eerst na de oorlog weer onderdak krijgt in
Berlijn. Maar het zal dan nog zes jaar duren voor
dat de lucht- en ruimtevaarttentoonstelling van
het DTMB officieel wordt geopend.
Junkers Ju-52
Een Junkers-52/3m zoals die in het DTMB, zie je
niet meer zoveel. In andere musea elders staat
meestal een Ju-52 die in licentie is gebouwd bij
CASA in Spanje of SNCAN (Nord) in Frankrijk. Het
driemotorige verkeersvliegtuig in het DTMB is
een van de 257 exemplaren die in de periode 1937
1944 zijn gebouwd in het Junkers-Zweigwerk op de
toenmalige Fliegerhorst Bernburg (Saaie). Via de
Lufthansa, waar het vliegtuig precies een week is
geweest, is de D-AZAW in 1941 overgedragen aan
de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia. Een
jaar later wordt de Ju-52 ingelijfd bij de Ejército del
Air Espanol, de Spaanse luchtmacht waar het nog
tot 1963 heeft gevlogen. Daarna is de Junkers in
handen gekomen van de vereniging voor de her
oprichting van een Verkeersmuseum in Berlijn, de
voorloper van de huidige vereniging van vrienden.
Als in 1982 het DTMB wordt opgericht draagt de
vereniging het vliegtuig aan het museum over.
Daar staat de Ju-52 nu centraal voor de historie van
de Duitse verkeersluchtvaart in het interbellum.
Permanente expositie
Het inrichten van een luchtvaartexpositie op de 3C
en 4e verdieping van een modern hoog gebouw is
wel heel bijzonder. Zeker als men bedenkt dat op
6.000 m2 vloeroppervlak maar liefst 41 vliegtuigen
zijn opgesteld. Het vergt heel wat museaal inzicht
om de objecten en artefacts logisch in de ruimte te
groeperen en in te passen in het geheel. Daarvoor
is primair kennis nodig over de luchtvaarthisto
rie van Duitsland zelf. In het vakgebied Lucht- en
Ruimtevaart van het DTMB zijn niet minder dan
elf wetenschappelijke medewerkers onder leiding
35