REACTIE
8
paar honderd meter er onder steil optrekkend,
schietend, naar boven in de dode hoek.
Ik zat me al aardig kwaad te maken op mijn
onzichtbare vijand, toen plotseling de Mercury VII
motor begon te hoesten, magneten proberen, niets:
benzinestoring of liever -gebrek.
Ik zat boven Harderwijk.
We hadden een afspraak gemaakt, de D.XXI niet te
zullen noodlanden, daar het vaste landingsgestel
zo sterk was, dat elke greppel of sloot een capotage
betekende en dat, bij 150 km uur, was beslist meer
dan het moede hoofd verdragen kon.
Ik schatte de afstand naar de Kooy op een km of
vijftig en rekende uit, dat ik bij een glijhoek van
1 6 mijn basis dus bereiken kon.
Daar gleed ik dus de afsluitdijk langs naar de
Wieringermeer toe. Onderweg zei ik over de
radio, dat ik eruit zou springen als ik het veld niet
haalde.
Dit werd een beetje verkeerd opgevat.
Ze dachten, dat ik, bij wijze van spreken, al met
een been buiten boord zat.
De hoogtewind had ik kennelijk tegen, want
volgens mijn begrippen moest de glijhoek van de
aerodynamisch betrekkelijk schone D.XXI 1 10
bedragen.
Ik zag het veld in de verte liggen en naarmate ik
lager kwam veranderde de wind en zag ik dat het
wel gaan zou. Op 500 m zat ik boven de hangars en
na een bocht van 180 gr., waarna ik snel full flaps
gaf, rommelde ik over het veld en stond middenin
doodstil.
De ambulance kwam aan met een teleurgestelde
verpleger: "Gut luit, ik dacht dat u ging springen,
we stonden klaar om u op te vangen".
Later realiseerde ik me, wat er al die tijd boven de
Wadden- en Zuiderzee aan de hand was geweest.
Gedurende het uur op 5000 meter was ik door
de luchtwachtdienst gesignaleerd als vreemd
vliegtuig. Ze kenden alleen de begrippen "heel
laag" op 200 of "heel hoog" op 9000 meter;
het waren mensen van uitersten. Ik zat "heel
hoog" en dit werd naar Den Haag doorgebeld.
Op 9000 m begon ik de bekende condensatie-
strepen te trekken. Toen was Leiden helemaal
in last en omdat ik cirkels maakte werd de dijk
gefotografeerd en kon ik de rest van de tijd dus
naar de streepjestrekker: mezelf, zoeken.
De lezers,die dachten een zwaar filosoferende
vlieger aan het woord te zien, komen bedrogen uit.
Ze kunnen zich echter nooit zo bekocht voelen,
als ik, toen ik de telefoon naar het hoofdkwartier
in handen kreeg, of zo opgelaten als de arme
waarnemer, die op een papiertje had staan dat
de vluchtduur van de D.XXI 1.45-2 uur was maar
vergat rekening te houden met klimmen en volgas
vliegen en die nu uitgemaakt werd voor alles wat
een vlieger van die dagen tegen een waarnemer
bedenken kon; en dat was heel wat.
N.a.v. de recente Spinner en
Loe's artikel over het Musée de
l'Air Le Bourget dacht ik aan de
bijgevoegde foto van een Aéronavale
Lancaster die op bezoek was op het
Marinevliegkamp Boroekoe op Biak,
NNG. Ik denk dat deze kist behoorde
tot Esc. 9S, gestationeerd op het
Franse eiland Nieuw Caledonië,
en dat vanaf 8 september 1957
met drie Lancasters vloog. De
datum van de foto zal 1958-59 zijn.
Misschien interessant om in de
Spinner te plaatsen.
Gerard Casius
*Een Lancaster van de Franse Aeronavale op MVK Boroekoe ca 1959
foto Coll Abbink