20 De telefoon was natuurlijk nog lang niet zo ver als nu. Verbindingen met het buitenland moesten aangevraagd worden bij de Rijkstelefoon, bijvoorbeeld om half negen de correspondent in Parijs en een uur later die in Londen, New York en zo verder. Ik kon het goed vinden met de redacteuren en de hoofdredacteur en kreeg zelfs toestemming, toen ik voor mijn studie een stage moest lopen, om twee maanden als assistent van de stadsverslaggever te gaan werken in Rotterdam. Met de Watersnoodramp stuurde hij me, na mijn telefoondienst (om één uur 's nachts naar het rampgebied ("rij maar mee met de krantenwagen") dat was vrijdagnacht, en zondag daarna moest ik dan bij hem thuis verslag doen van mijn ervaring, "maar denk er aan om 6 uur moet u weer achter de telefoon zitten!". En niet alleen twee maanden op de nachtredaktie. Van Bob Bertina, chef van de filmredactie, mocht ik ook iedere vrijdag korte recensies schrijven van flutfilms, die ook iedere week in premiére gingen en dus holde ik vrijdags van de ene persvoorstelling naar de andere. Al met al heb ik lang over mijn studie gedaan. Maar naast mijn avond/nachtwerk en het studeren heb ik ook plezier gehad met het schrijven van liedjes en teksten. Voor de bruiloft van mijn broer maakte ik ooit een liedje en mijn vrouw raadde mij toen aan dat tekstje naar Wim Kan te sturen. Met tegenzin heb ik dat gedaan en wie schetst mijn verbazing: de beroemde cabaretier vond het niet alleen leuk maar wilde zelfs nog meer teksten en of ik accoord ging met honderd gulden!! En dat voor een arme werkstudent. Hij wilde ook meer van mij weten en vroeg ook of ik meer teksten wilde schrijven. En dat deed ik natuurlijk, waarbij hij dan per brief aanwijzingen gaf. Voor mijn doctoraal scriptie interviewde ik de toenmalige hoofdredacteur van het NOS- journaal die afkomstig was van de Volkskrant en hij vroeg me wat ik ging doen als ik afgestudeerd was. "Iets in de journalistiek" opperde ik en toen zei hij "Je hebt toch ook teksten geschreven? Is televisie dan niks voor je.... documentaires bijvoorbeeld?" En zo is het gekomen. Met overigens nog steeds veel interesse in de luchtvaart *Leo Akkermans, 83 jaar oud en nog steeds geïnteresseerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2010 | | pagina 22