Vliegtuigen en
modelvliegtuigen
Jacht vlieger
22
horizons, stuurknuppels en wat dies meer zij. Zelfs
de dubbele staartsectie ontbreekt. Er bestaat op
Internet een levendige handel in deze gebruikte
vliegtuig onderdelen en instrumenten. Voor
ware luchtvaartenthousiasten en dito hobbyisten
lijkt dit vandalisme op grafschennis. Zeker voor
Marc Noetinger als hij het heeft over het erfgoed
van zijn vader. Hij wordt er triest van. 'Het is
vechten tegen de bierkaai'. Noetinger waarschuwt
voor deze criminele negotie die zeer gevaarlijk
kan zijn als bijvoorbeeld de instrumenten
onverhoopt weer operationeel worden gebruikt.
Maar de gemeentelijke instanties zijn niet echt
geïnteresseerd. En dat is ook het geval bij de
Gendarmerie. 'Behalve als we hen met onze
vliegtuigen van dienst kunnen zijn bij de promotie
van de stad', voegt Marc Noetinger nog daaraan
toe. Er komen jaarlijks zo'n 6.000 bezoekers uit
alle windstreken. Ook uit Nederland. Zo bezorgden
paar enthousiaste Fokkerianen Noetinger onlangs
enkele fabrieksmodellen van een F-27 en een F-28.
Het merendeel van de vliegtuigen, modellen en
memorabilia is goed verzorgd ondergebracht in
een plaatstalen hangar. Onderhoud en reparatie
zijn hoofdzaken voor de instandhouding van het
museum. En daar is heel wat geld mee gemoeid.
Enkele enthousiaste vrijwilligers uit de omgeving,
afkomstig van de Franse luchtmacht, Airbus
Industries en Air Inter, zijn nauw betrokken bij het
onderhoud van de vliegtuigen in het museum. Ook
met de Armee de l'Air heeft het Musée de l'Aviation
goede relaties. Daardoor kan men voor incidentele
logistieke ondersteuning nog steeds een beroep
doen op de luchtmacht.
Begin jaren '70 is kapitein-vlieger Charles
Noetinger zelf met de opbouw van zijn collectie
begonnen. Zo heeft hij vele duizenden uren
besteed aan het op schaal bouwen van alle
vliegtuigtypes die ooit bij de verschillende
Franse krijgsmachtdelen hebben gevlogen. Daar
horen ook alle prototypes bij die voor de Franse
krijgsmacht zijn getest. Later heeft hij een aantal
vliegtuigen verzameld en is het idee ontstaan
om er een museum mee te beginnen. Dat werd
eind '70-er jaren geopend. Het laatste type waar
kapitein Noetinger mee heeft gevlogen, is ook het
laatste vliegtuig dat hij zelf nog aan zijn collectie
heeft kunnen toevoegen. Deze Thunderflash heeft
AVandalen hebben de Max Holste MH-1521M Broussard
zodanig gesloopt dat het vliegtuig moet worden
gerestaureerd. Volgend jaar gaat de restauratieclub
Ailes Anciennes van Valence daarmee beginnen
gevlogen bij de Italiaanse luchtmacht. Verdere
staat er het prototype van de Morane-Saulnier
MS.733 Alcyon en een De Havilland DH.100
Vampire. De Vampire is het eerste exemplaar uit
de seriebouw van het vliegtuig. Hoewel compleet,
krijgen de bezoekers vanwege ruimtegebrek alleen
de neussectie en de straalmotor van de Vampire
te zien. De kist was gestationeerd op de vliegbasis
van Dijon en in Meknès, Marokko, waar Noetinger
werd gebrevetteerd als jachtvlieger. De Vampire
heeft zijn langste dagen gehad in het museum. Een
groep vliegtuigtechneuten heeft uit liefhebberij
toegezegd de DH.100 volledig op te knappen. De
Vampire vloog voor het laatst bij de Aéronavale, de
Franse marineluchtvaartdienst. Charles Noetinger
vond het vliegtuig op een schroothoop in Bretagne.
Er zijn in Frankrijk tientallen verenigingen,
allen verenigd onder de naam Ailes Anciennes,
Historische Vleugels, die zich bezighouden
met onderhoud, reparatie en restauratie van
historische vliegtuigen. Ook de Broussard krijgt
zo'n hoognodige opknapbeurt.
De belangstelling voor het museum van de familie
Noetinger is vooral te danken aan de passie en
gedrevenheid van zoon Marc Noetinger. Hij
doet er alles aan om de luchtvaartverzameling
die zijn vader destijds is begonnen, bij elkaar te
houden en uit te breiden. Met veel respect spreekt
hij over zijn vader die jachtvlieger is geweest
bij de Armee de l'Air. Alle vliegtuigtypes in het
museum staan allemaal in het logboek van Charles
Noetinger. Frankrijk mocht dan in 1966 wel uit
de militaire organisatie van de NAVO zijn gestapt:
het is algemeen bekend dat de Fransen met enige
regelmaat zijn blijven deelnemen aan grote NAVO