UPPER lqhGéRqh lower longeron De cowling panels van de Nederlandse Hawk op glycol basis, het z.g. Prestone. Glycol heeft een hogere warmteoverdracht-coëfficient, waardoor met minder vloeistof en een kleinere radiateur vol staan kon worden. Uiteraard resulteert dit in lager gewicht en - vooral - een aanzienlijk afgeslankte rompneus. Voor export naar Indië was deze nieuwe ontwikkeling nog niet vrijgegeven - en boven dien prefereerde het KNIL zo simpel mogelijke bedrijfsmiddelen. Immers, bij detachering op een buitenstation was het makkelijker om een emmer kraanwater in de radiateur te kunnen gieten dan om vaten met Prestone te moeten meeslepen. Het resultaat is wel dat we nu hebben moeten conclu deren dat de bewaard gebleven fabriekstekeningen van de 'dikke neus' aanmerkelijk achter lopen bij de werkelijke uitvoering van de KNIL-toestellen. Er moet dus het nodige geëxperimenteerd worden aan de hand van foto's. Onder andere constateer den we dat de radiateur-luchtinlaat zowel met zes als met zeven inlaat-louvres voorkomt, zonder dat daar een duidelijke reden voor bekend is. Wij hou den het bij zes louvres. Een ander schrik-momentje betrof de rechter zijkant van de romp. Bij het verbeteren van het contrast van een foto van een Indische Hawk met Photoshop ontdekten we plotseling een mooi gestroomlijnde flinke uitstulping net vóór en onder de cockpit. Die was op veel andere foto's absoluut niet aanwezig - moesten we nu die romp zijkant aanpassen op onze replica? En wat was de reden voor die bult? We dachten aan een extra olie- of benzinetank, of misschien extra zuur stof capaciteit, of opvang van de munitiehulzen. Geen van die suggesties leek erg logisch. De zeer waarschijnlijke oplossing van het raadsel werd gevonden door nauwkeurige bestudering van constructie-foto's en napluizen van de LA-KNIL literatuur, met name het onvolprezen Gedenkboek 1914-1939 van Van Haselen. Het bleek namelijk dat de lokatie van de bult overeenkwam met die van de vliegtuig-accu. Het Gedenkboek vermeldde onder het hoofdstuk 'Radiodienst' dat in 1934-35 proeven werden genomen met radioapparatuur speciaal voor de jachtvliegtuigen, waarvoor van vijf verschillende fabrikaten lange-en kortegolftoestellen werden aangeschaft. De bestaande vliegtuigaccu diende oorspronkelijk voor niets meer dan de instrumen tenverlichting en de navigatielichten aan vleugels en staart, maar een vliegtuigradiozender vereiste wel wat meer vermogen. Een zwaardere accu 11 ■VT 9VT Tft* frttfkttlfc imv?.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2010 | | pagina 13