bij het onderzoek dat onmiddellijk na het ongeval
werd ingesteld, het proces verbaal van de regio
nale commissie van onderzoek (CVO),1 alsmede de
correspondentie tussen de regionale marinecom
mandant in Nederlands Nieuw Guinea enerzijds en
de bevelhebber der Zeestrijdkrachten in Den Haag
anderzijds en tenslotte de rapportage aan de minis
ter van Defensie.2 Na een schets van de historische
context volgt het verhaal over de ramp zelf, het
onderzoek door de CVO en de afhandeling daarvan.
Het artikel wordt afgesloten met een korte nabe
schouwing.
1949, waarbij Nederland bepaalde dat Nederlands
Nieuw Guinea van de overdracht moest worden
uitgesloten, terwijl Indonesië stelde dat het
Nieuw Guinea als integraal onderdeel van haar
grondgebied beschouwde. Gedurende de jaren '50
escaleerde dit conflict geleidelijk: van een enkele
infiltratie van Indonesiërs in Nederlands Nieuw
Guinea tot een acute dreiging van een grootschalig
gewapend conflict met een militair steeds sterker
wordend Indonesië. Nederland kwam daarbij
internationaal steeds geïsoleerder te staan van
haar bondgenoten en moest bovendien als NAVO-
lid in het Atlantische en
Europese gebied een aan
zienlijke defensie-inspan
ning blijven leveren. Na
veel wikken en wegen
werd uiteindelijk besloten
tot een forse vergroting
van de defensie-inspan
ning in Nederlands Nieuw
Guinea die in de loop van
1960 haar beslag kreeg.
Vóór het zover was kwam
er echter nog een tegen
valler: eind 1959 werden
de Martin Mariner amfi
bische vliegboten van de
MLD na een reelcs ernstige
vliegongevallen aan de
grond gezet en verschroot.
Het gat in de maritieme
luchtverkenningcapaciteit
dat hierdoor ontstond
werd door de Koninklijke
Marine enigszins gedicht
door vier overtollige,
ongewapende Dakota's
van de Koninklijke
Luchtmacht in Nederland
over te nemen en naar
Nederlands Nieuw Guinea
te verplaatsen in afwach
ting van de vervanging
van de Martin Mariners
door een squadron
nieuwe - nog te bestel
len - gewapende P2V-7 Lockheed Neptune langeaf-
standsverkenningsvliegtuigen. Er bestond dus een
grote operationele behoefte aan de inzet van deze
Dakota's tegen het in die tijd toenemend aantal
Historische context
Het zogeheten Nieuw-Guinea-conflict vond zijn
wortels in de soevereiniteitsoverdracht van
Nederlands Indië aan Indonesië op 27 december
13